Beleidsplan 4-12
PEDAGOGISCHE VISIE
Wij willen een opvang creëren waarin een kind zich op de eerste plaats veilig en thuis voelt. Een huiselijke en gezellige opvang met een persoonlijk karakter waar respect voor jezelf en anderen een belangrijke leidraad is in hoe we omgaan met elkaar. Een kind wat zich veilig en thuis voelt, heeft de ruimte om zich te ontwikkelen. Een warme, stabiele relatie met de groepsleiding en andere kinderen in de groep zorgen voor een gevoel van ‘erbij horen’ en mee mogen doen en bevorderen het welbevinden. Ieder kind heeft zijn eigen identiteit en mogelijkheden, waar de leidsters hun benaderingswijze op aanpassen.De meerwaarde voor een kind om naar de opvang te gaan is het samen zijn met andere kinderen van verschillende leeftijden, het spelen of leren van en met elkaar. Hierdoor kunnen kinderen hun kwaliteiten, in samenspel met andere kinderen én door hun relatie met de groepsleiding leren herkennen, ontwikkelen en bevestigen. Wij vinden daarom de interacties tussen de groepsleiding en de kinderen heel waardevol. Hierbij willen wij rekening houden met de verschillende leeftijden en ontwikkelingsfases van het kind. De activiteiten en wijze van interactie tussen het kind en de groepsleiding dient in overeenstemming te zijn met de behoefte van het kind. Langzaam aan verschuift de rol van leidster daarin ook naar begeleidster om het gevoel van autonomie en competentie bij het kind te stimuleren. Dit alles in een veilige omgeving waar de relatie met andere kinderen en groepsleiding centraal staat.
KERNBEGRIPPEN IN ONZE PEDAGOGISCHE TAAK ZIJN DAN OOK:
Om onze pedagogische visie in de praktijk waar te maken, starten we steeds vanuit de 3 basisbehoeften van het kind.
- Competentie: voor vol worden aangezien. We willen kinderen laten ervaren wat ze kunnen door de activiteiten af te stemmen op hun leeftijd en mogelijkheden.
- Autonomie: ruimte krijgen. Kinderen mogen zelf beslissingen nemen, keuzes maken en dragen (mede-)verantwoordelijkheid voor hun initiatieven en activiteiten. Om zich veilig te voelen krijgen de kinderen ook eigen ruimte om te experimenteren en hun gang te gaan en daarvan te leren. ‘Zelf doen’ is een basale basisbehoefte van kinderen. De autonomie, de individuele vrijheid, is altijd in relatie met de autonomie van de ander: je maakt deel uit van de groep en hebt daarin ook groeiende verantwoordelijkheden voor de relatie met anderen.
- Relatie: het gevoel welkom te zijn en kunnen rekenen op hulp en steun als dat nodig is. Zowel tussen leidsters en het kind, kinderen onderling, leidsters onderling en de relatie met ouders. We willen kinderen laten ervaren dat ze erbij horen, mee mogen doen en dat anderen met hen willen spelen.
Een goede relatie tussen leidsters en ouders is belangrijk voor een open communicatie over het kind. De breng- en haalgesprekken van iedere dag zijn hiervoor van groot belang. Indien de ouder behoefte heeft aan het verkrijgen van meer informatie over haar / zijn kind, kan vanzelfsprekend een afspraak gemaakt worden met de desbetreffende groepsleidster
PEDAGOGISCH KLIMAAT
Om onze Pedagogische Visie in de praktijk goed te kunnen uitvoeren en te kunnen werken vanuit de 3 Basisbehoeften van het kind, dient aan een aantal voorwaarden voldaan te worden. Naast materiële zaken is het vooral van belang hoe wij omgaan met elkaar en de kinderen. Samen noemen we dat het Pedagogisch Klimaat. Grofweg is dat uit te splitsen in 4 pedagogische basisdoelen:
- Emotionele Veiligheid
- Persoonlijke Competentie
- Sociale Competentie
- Normen en Waarden
Hieronder geven wij een korte uitleg hoe wij aandacht hebben voor, of vorm geven aan iedere basisdoel.
EMOTIONELE VEILIGHEID
Onder de emotionele veiligheid verstaan wij het gevoel bij het kind dat het zich veilig en vertrouwd voelt op de bso. Dat ze dus mee mogen doen, dat ze welkom zijn, dat ze bij een volwassene terecht kunnen als ze die (even) nodig hebben, hieronder valt dus mede de basisbehoefte “relatie”. Ook de basisbehoefte “autonomie”, de ruimte krijgen om zelf beslissingen te nemen, keuzes te maken, speelt een belangrijke rol bij emotionele veiligheid. Het gevoel dat je zelf invloed uit kunt en mag oefenen op wat je op de bso gaat doen.
Emotionele veiligheid gaat veel over gevoelens die we de hele dag meemaken. Het gaat om emoties en de gevoelens van de kinderen en leidsters, die we niet mogen negeren. Proberen we dat toch, dan komt dat het gevoel van emotionele veiligheid niet ten goede.
Om erachter te komen welke gevoelens een kind heeft, is het nodig het kind te stimuleren zijn gevoelens te uiten. Dat doen we door middel van gesprekken, maar ook drama, muziek, dans en beeldende expressie zijn middelen waarmee kinderen gevoelens kunnen uiten. We mogen kinderen echter nooit dwingen hun gevoelens en gedachten aan derden te laten weten. Ook kinderen hebben recht op privacy. Soms kan het zelfs beter zijn al te openhartige kinderen tegen zichzelf te beschermen. Immers, niet in elke omgeving wordt even zorgvuldig omgesprongen met de gevoelens en gedachten die je uit. Ook dat moeten kinderen leren.
Bij het omgaan met gevoelens zijn twee zaken belangrijk. Het eerste is dat we rekening houden met verschillen tussen kinderen en hun ontwikkeling. Ten tweede is het belangrijk dat we rekening houden met de bron van de gevoelens. Hoe komt het dat een kind zich zo voelt? Wat is de aanleiding? Daarbij gaat het niet alleen om negatieve, maar ook om positieve ervaringen.
Hoe proberen wij de emotionele veiligheid bij kinderen te bevorderen?
- De kinderen accepteren zoals ze zijn en ons steeds in te leven in hun gedachten en gevoelens.
- Aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen gezien hun leeftijd, kennis en vaardigheden.
- Alert te zijn op emotionele signalen van kinderen.
- Als daar aanleiding voor is, de gevoelens van de kinderen onder woorden te brengen.
- De kinderen te stimuleren met de gevoelens en gedachten van anderen rekening te houden.
- Emotioneel geladen onderwerpen in de bso niet uit de weg te gaan en te zorgen voor een open en eerlijke communicatie met de kinderen.
- Als wij zaken opmerken bij kinderen maken we dat bespreekbaar met de ouders. Dat kan bij het halen / brengen maar soms ook in een later contact.
- De tijd te nemen om met de kinderen te praten over zaken die ze zelf aandragen.
- We werken met vaste leidsters per locatie, zodat kinderen kunnen rekenen op minimaal 1 bekend gezicht in de groep.
- We proberen de samenstelling van de groep zo min mogelijk te wijzigen, zodat kinderen meer kans hebben elkaar beter te leren kennen en vriendschappen op te bouwen.
- Bij de inrichting van de locatie houden we zoveel als mogelijk rekening met verschillende behoeftes van kinderen, kinderen die daar behoefte aan hebben kunnen dus kiezen uit juist rustigere plekken of een ruimte om veel te bewegen.
- Groepsleiding heeft extra oog voor kinderen die blijkbaar meer moeite hebben met het leggen van contacten met andere kinderen.
- We noemen de kinderen vaak bij naam, zodat ze elkaar kennen en gekend voelen.
PERSOONLIJKE COMPETENTIE
Bij persoonlijke competentie draait het erom dat het kind voor vol wordt aangezien. We willen kinderen laten ervaren wat ze kunnen door de activiteiten af te stemmen op hun leeftijd en mogelijkheden. Dat is bij een 4 jarig kind anders dan bij een 11 jarige. Daarom zijn sommige activiteiten op de bso ook gericht op een bepaalde leeftijdsgroep zodat de kinderen die meedoen een succeservaring op kunnen doen.
Hoe proberen wij de persoonlijke competentie bij kinderen te bevorderen?
- De kinderen kunnen kiezen uit meerdere activiteiten op een dag.
- Bij die activiteiten wordt in de uitleg en begeleiding rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van het individuele kind.
- Bij de inrichting van de groepsruimte is gekeken naar de verschillende leeftijden die gebruik maken van de ruimte.
- In de groepsruimte zijn hoeken gecreëerd met materialen voor jongere kinderen en oudere kinderen.
- In het spel- en speelgoedaanbod is voldoende variatie voor verschillende leeftijden en interesses.
- Er is aandacht van de groepsleidsters voor de spontane leerervaringen die de kinderen opdoen tijdens een activiteit.
- Groepsleidsters kiezen ook bij corrigerende opmerkingen waar mogelijk voor een positieve benadering van het kind.
- Het doel van het spelen, ook met materialen bij creatieve activiteiten, is niet het product wat het oplevert, maar het plezier wat we er aan kunnen beleven.
- Door te variëren in het aanbod (bewegingsspel, creatieve programma’s, buitenspel, gezelschapsspel etc.) worden verschillende competenties aangesproken. Het kind kan succeservaringen opdoen op gebieden die het goed beheerst en grenzen verleggen op competenties die het graag wil verwerven.
- Door kinderen te betrekken bij het bedenken van activiteiten van de dag leveren zij ook echt een bijdrage.
- We willen het kind leren vertrouwen op eigen kracht en vermogen door er op een positieve manier aandacht aan te besteden. (het maken van complimenten, prijzen of belonen van positief gedrag)
SOCIALE COMPETENTIE
Een kind voelt zich sociaal competent als het in staat is om bewust en verantwoordelijk met zichzelf, met anderen en met zijn omgeving om te gaan. Eenvoudiger gezegd; als het op een prettige manier met zijn leeftijdsgenoten om kan gaan, leuke contacten kan leggen op de bso, zichzelf daarbij respecteert en dus zichzelf kan blijven. Sommige kinderen zijn van nature heel sociaal competent en voelen zich als een vis in het water met al die andere kinderen. Maar we kennen ook stille en verlegen kinderen, kinderen die zich juist heel stoer en uitbundig gedragen of kinderen die het moeilijk vinden om nieuwe vriendjes te vinden op de bso en zich wat alleen voelen staan. Daarom is er ook aandacht voor de sociale competenties van kinderen op de bso.
Inleven in de ander
Als je in de huid van anderen kunt kruipen, ben je beter in staat anderen te begrijpen, aan te moedigen, te helpen, te troosten en rekening met hen te houden.
Hoe bevorderen wij het inlevingsvermogen van kinderen op de bso?
- De groepsleiding geeft zelf het goede voorbeeld door te laten zien dat ze zich inleven in de ander.
Bijvoorbeeld door regelmatig te laten doorschemeren, hoe ons doen en laten door anderen wordt beïnvloed bevorderen we de verdere ontwikkeling van het inlevingsvermogen .
‘Ik heb jullie iets langer laten eten dan ik eigenlijk van plan was, want ik merkte dat jullie het zo gezellig vonden’. - De bso is een uitgelezen plek voor kinderen om veel ervaring op te doen in sociale contacten. We laten de kinderen bijvoorbeeld de samenwerking nabespreken, zodat ze ook van elkaar horen wat ze ervan vonden.
‘Wat vond je ervan dat Celine jou mee kwam helpen bij het opruimen van dat spelletje?’ - Wij proberen het inlevingsvermogen van kinderen te bevorderen door het te versterken als kinderen het tonen.
Een voorbeeld uit de praktijk:
Bjorn heeft één been in het gips. Hij is druk bezig met het knutselen als zijn schaar opeens op de grond valt. Floortje ziet dat, raapt de schaar op en legt hem weer op de tafel van Bjorn. Bjorn doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is en Floortje gaat weer met haar werkje verder. Ik loop naar haar toe en zeg: ‘Goed zo Floortje. Ik zag dat je de schaar van Bjorn opraapte. Je dacht zeker: Bjorn heeft een zeer been. Ik zal hem maar even helpen.’ Floortjes gezicht straalt. ‘Ja’, knikt ze. - We maken gebruik van dagelijkse situaties om het inlevingsvermogen van kinderen te bevorderen.
Leren omgaan met conflicten.
Conflicten zijn soms onvermijdelijk. We kunnen niet altijd ‘ruiken’ wat de ander wil of prettig vindt. Ook hoeven we onze eigen behoeften niet altijd ondergeschikt te maken aan die van een ander.
Veel mensen krijgen bij het woord ‘conflict’ negatieve gedachten. Dat komt vooral door de nare gevolgen van veel conflicten: ruzie, agressie en dergelijke. Toch vinden wij het hebben van een conflict op zich niet negatief. Conflicten kunnen zelfs positief opgevat worden, omdat ze duidelijkheid scheppen: beide partijen weten dat er (op het eerste gezicht) onverenigbare wensen zijn.
De problemen ontstaan pas als een conflict, ten koste van één van de partijen wordt opgelost of niet uit de wereld wordt geholpen.
Dat willen wij dus zo goed mogelijk begeleiden.
Op de bso zijn grote en kleine conflicten aan de orde van de dag. In een kleine ruimte samenleven met veel mensen, leer je niet zomaar. Ruzies kunnen de sfeer in de bso verpesten, maar we gaan ze niet uit de weg als ze zich voordoen. Later komen kinderen ongetwijfeld in aanraking met conflicten. In plaats van deze conflicten af te doen als lastig, benaderen we ze onder het motto ‘al doende leert men’ en grijpen ze aan als oefenmomenten voor het leren omgaan met conflicten.
Hoe bevorderen wij het leren omgaan met conflicten op de bso?
- Wij volgen het ontstaan van een conflict vanaf het moment dat we de eerste signalen oppikken, maar grijpen alleen in als we merken dat kinderen niet zelf in staat zijn om naar behoren een conflict op te lossen.
- We stappen naar de kinderen toe als we zien dat ze het goed oplossen en benoemen dat ook positief.
- Als we zien dat ze er niet zelf uit komen, helpen we kinderen een stapje vooruit bij het zelfstandig leren oplossen van conflicten.
- We zoeken in geval van een ernstig of telkens terugkerend conflict samen met de kinderen naar een voor allen aanvaardbare oplossing.
- We proberen te voorkomen dat conflicten escaleren door alert te zijn op signalen.
- We hebben extra oog voor kwetsbare kinderen en proberen die te steunen om voor zichzelf op te komen.
WAARDEN EN NORMEN
Waarom is aandacht voor waarden en normen belangrijk?
Waarden
Waarden zijn opvattingen. Opvattingen over gedragingen en situaties over mensen en dingen, etc. Die waarden of opvattingen drukken we uit in woorden als: mooi, lelijk, fijn, vervelend, eerlijk, oneerlijk, moedig, laf, belangrijk, onbelangrijk.
Normen
Normen zijn concrete regels en voorschriften voor ons handelen in bepaalde situaties. Ze vertalen waarden in concreet gedrag.
Waarden en normen zijn belangrijk omdat ze richting geven aan ons bestaan: ze beïnvloeden ons doen en laten, ons zelfbeeld en zelfvertrouwen, onze relaties met anderen. Vaak zijn we ons nauwelijks bewust, dat we waarden en normen hanteren. Laat staan dat we ons realiseren welke waarden en normen we hanteren. Om meer greep te krijgen op ons eigen gedrag en dat van anderen, is het belangrijk dat we ons realiseren welke waarden en normen erachter steken. Voortdurend toetsen we ons eigen en andermans doen en laten aan waarden en normen. Welke waarden en normen dat zijn, hangt van veel factoren af, bijvoorbeeld: opvoeding, levensbeschouwing, levenservaring en levensomstandigheden. Het is niet verwonderlijk dat normen en waarden waarmee kinderen worden geconfronteerd, nogal eens met elkaar in strijd zijn: wat thuis mag, mag niet altijd ook op de bso of omgekeerd. En wat moet je doen, als je tegelijkertijd eerlijk moet zijn en ook je vriendinnetje niet wil verraden? Kinderen komen daardoor soms in de knoei. Daarom is het belangrijk, dat we kinderen leren omgaan met waarden en normen. Zowel met waarden en normen die thuis gelden, als die op de bso gelden en die in de omgeving gelden en eventuele verschillen daartussen. Door kinderen te helpen waarden en normen te verhelderen, helpen we hen bewust te worden van hun eigen denken en handelen, met als achterliggend doel een groeiende zelfstandigheid, toenemend zelfvertrouwen en een zelfbewuste levenshouding.
Hoe stimuleren wij de ontwikkeling van waarden en normen op de bso?
- We proberen de kinderen, afhankelijk van leeftijd en ontwikkeling, zich bewust te worden van hun handelen door erop te reflecteren.
- We verhelderen daar waar nodig de waarden en normen die op de bso gelden.
- We zijn er ons van bewust dat het kind in aanraking komt met verschillende groepen waar andere waarden en normen kunnen gelden (thuis, school, kinderopvang, op straat) en gaan hier respectvol mee om.
- We maken duidelijk dat er verschillen bestaan tussen menselijke opvattingen.
- In toenemende mate, in overeenstemming met leeftijd en ontwikkeling, draagt het kind steeds meer verantwoordelijkheid voor eigen keuzes.
- We maken bij het bespreken van onze waarden en normen gebruik van alledaagse situaties in de bso en helpen de kinderen bij het overdenken van alternatieven (voor- en nadelen, consequenties van keuzes voor jezelf en anderen).
- We streven ernaar, ondanks onderlinge persoonlijke verschillen, dezelfde waarden en normen in de groep te hanteren.
- We gaan na waarom kinderen zich veelvuldig niet aan gestelde regels houden als zich dat voor doet. Indien mogelijk betrekken we de kinderen daar zelf bij (weer afhankelijk van leeftijd en ontwikkeling).
- We geven indien mogelijk geen straf, maar laten een kind de gevolgen van zijn of haar gedrag ervaren. We hanteren hierbij de “logisch-gevolg-methode” die in het kort het volgende inhoud:
- We blijven vriendelijk en rustig
- We houden het gesprek kort en zakelijk: geen lange preken
- We zorgen dat het logisch gevolg ook voor het kind logisch is en in verhouding staan tot het gedrag: we laten een kind niet de hele bso opruimen, omdat ze de verkleedkleren op de grond gooide. We gaan wel alle kleren op een hangertje hangen en zorgen dat die hoek er weer netjes uit ziet.
- We gebruik geen logische gevolgen waar het niet kan: bijvoorbeeld omdat het logisch gevolg te gevaarlijk is of omdat de achtergronden van het gedrag om andere maatregelen vragen. Een kind wat expres over de rand van de toiletten plast, laten we het toilet niet zelf met chloor schoonmaken omdat dat gevaar oplevert.
- We houden ons zelf ook aan de regels.
In onze Pedagogische Visie geven we aan dat we vanuit het kind naar zijn omgeving kijken. Als uitgangspunt nemen we de 3 basisbehoeften van het kind: Competentie, Autonomie en Relatie. Door een Pedagogisch Klimaat te scheppen met aandacht voor de 4 basisdoelen (Emotionele Veiligheid, Persoonlijke Competentie, Sociale Competentie, Normen en Waarden) willen wij de ontwikkeling van competenties bij het kind bevorderen.
Ieder kind heeft zijn eigen identiteit en mogelijkheden, waar de leidsters hun benaderingswijze op aanpassen. Om dit alles goed te laten verlopen, wordt veel belang gehecht aan een goede afstemming tussen ouders en leidsters. We vinden het van belang dat op een evenwichtige, bij de leeftijd passende wijze aandacht is om de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties te bevorderen:
- Sociaal-emotionele competentie: De kinderen moeten het gevoel hebben dat ze gezien en gehoord worden en dat de leidster hen kent. Een veilige, warme betrouwbare relatie tussen kind en leidster is daarbij van belang. Zij geven emotionele steun en veiligheid door de omgeving te structureren, duidelijke regels te hanteren en met vaste gewoontes en rituelen een voorspelbare en vertrouwde omgeving te creëren. In die omgeving is ook plaats voor de behoefte aan privacy bij kinderen. Een plekje om even uit te rusten, zich even terug te trekken of om op te gaan in het eigen spel zonder dat andere kinderen of leidsters je daarbij storen. Dit wordt bereikt door op een ontspannen, ongedwongen manier met de kinderen om te gaan en de kinderen te leren zo ook met elkaar om te gaan. Per groep zijn vaste leidsters aanwezig, zodat er een goede relatie met de kinderen (en hun ouders) opgebouwd kan worden. Verder proberen we de samenstelling van de groep zo min mogelijk te wijzigen, zodat kinderen meer kans hebben elkaar beter te leren kennen en vriendschappen op te bouwen.
- Morele competentie: Op het gebied van de morele ontwikkeling streven wij er naar steeds dezelfde regels, waarden en normen te hanteren en voor te leven, zonder daarin te star te willen zijn. We kijken daarbij steeds naar de groep, het individuele kind en de mogelijkheden van het moment. Waar mogelijk nodigen we de kinderen uit om waarden en normen samen te bepalen, waar nodig bieden we duidelijkheid en structuur door ze vast te leggen en te bespreken met het kind.
- Lichamelijke competentie: Naast de goede lichamelijke verzorging zoals eten, drinken en hygiëne is ook de basisbehoefte van bewegen en bewegingsvrijheid belangrijk in het dagelijkse handelen op onze opvang. Het vaste ritme op een middag BSO is binnenkomen uit school, even naar de basisgroepen met fruit eten en dan gaan vrij spelen of meedoen aan begeleide activiteiten. Er is veel ruimte voor vrij bewegen en buitenspelen om zo een balans te bieden tussen rust en activiteiten. Daarbij wordt gekeken naar de hele groep én het individuele kind, zijn ontwikkeling en behoeften.
- Cognitieve competentie: In die ontwikkeling kijken we ook naar de cognitieve basisbehoeften van het kind. Kinderen leren actief met hun hele lijf en hoofd; ze leren vanuit emotionele betrokkenheid. In het leren door doen en spelen staat plezier voorop. Door te zorgen voor een uitdagende omgeving en passende activiteiten proberen we het kind te stimuleren. Er zijn mogelijkheden om al dan niet begeleid te knutselen, (voor) te lezen, met constructiematerialen te spelen of bijvoorbeeld te werken aan je huiswerk.
- Communicatieve en creatieve competentie: Contact maken met elkaar, jezelf uit kunnen drukken, dansen, muziek luisteren, doen-als-of-spel, verven, kleien en andere vormen van creatieve expressie maken deel uit van de dagelijkse bezigheden op de BSO. Ook hier heeft ieder kind zijn eigen identiteit en mogelijkheden waar leidsters hun benaderingswijze op aan passen. We stimuleren kinderen regelmatig door voor hen nog onbekende dingen te ondernemen, maar bieden ze ook de mogelijkheid om voor het vertrouwde en veilige te kiezen. Door dit op een uitnodigende manier te presenteren willen we kinderen aanmoedigen samen op onderzoek uit te gaan.
Groepssamenstelling en Basisgroep
Groepssamenstelling
Kindercentrum ’t Kasteeltje heeft op alle locaties BSO voor een verticale leeftijdsopbouw gekozen. Dit betekent dat kinderen tussen de 4 en 12 jaar samen in een groep zitten. Door het verschil in leeftijd zijn er allerlei ontwikkelingsniveaus in de groep. Ieder kind kan hierdoor zich zelf zijn en veel van elkaar leren. Bij de oudere kinderen wordt het zorgen en helpen van de jongere ontwikkeld. De jongste kinderen leren veel van de oudere kinderen waardoor het zelfvertrouwen en eigen ontwikkeling van beide groepen wordt ontwikkeld. Kinderen kiezen zelf met wie ze graag spelen; vriendjes, broertjes / zusjes of klasgenootjes. Ze hebben dus ook de mogelijkheid om met leeftijdsgenoten samen iets te ondernemen. In het aanbod wordt ook zoveel als mogelijk rekening gehouden met de verschillen in leeftijd; sommige activiteiten zijn vooral gericht op het jongere kind, andere op het oudere en regelmatig zijn de activiteiten zo dat alle kinderen er aan deel kunnen nemen.
Iedere bso-groep heeft vaste leidsters. Naast deze vaste leidsters staan indien nodig inval beroepskrachten die van een andere locatie binnen 't Kasteeltje komen. Door een vast team wordt duidelijkheid en een vertrouwde sfeer gecreëerd, zodat wij kinderen emotionele veiligheid kunnen bieden. De groepsgrootte en het aantal leidsters varieert per locatie. U kunt de informatie over groepsgrootte terugvinden bij het kopje Locaties op deze website. Alle kinderen horen bij een basisgroep waarin ze op een vast moment van de dag op een vaste plaats in de locatie goed gezien en gehoord worden door een vaste leidster (mentor), en spelen de rest van de BSO-tijd in de verticale groep bij een activiteit of met kinderen naar eigen keuze. U kunt de informatie over groepsgrootte terugvinden bij het kopje Locaties op deze website..
De Basisgroep
De BSO-middag wordt na binnenkomst en aanmelden gestart vanuit de basisgroep. Dit is altijd op een vaste plaats in de BSO met een vaste leidster voor die groep (zie ook Elk kind een mentor iets verder in dit artikel). Een basisgroep mag maximaal 30 kinderen tellen. Bij de intake wordt u verteld in welke basisgroep en met welke mentor uw kind wordt ingedeeld. Door het jaar heen kunt u op het ouder-informatiebord zien in welke groep en met welke mentor uw kind zit. Bij het samenstellen van de basisgroep gaan wij vooral uit van de behoefte van het kind; daarom hebben we gekozen om de basisgroepen in te delen op leeftijd. Kinderen van globaal groep 1-2 vormen zo een basisgroep, kinderen uit groep 3-4-5 vormen een basisgroep en 6-7-8 zitten bij elkaar. Bij de jongste kinderen zijn meer pedagogisch medewerkers aanwezig in de basisgroep dan bij de oudste. Die keuze hebben wij gemaakt om dat de jongste kinderen vaak meer behoefte hebben aan een ‘”veilige, rustigere” start van de middag en wat hulp of begeleiding dan de oudere kinderen, die best nog even gezien en gehoord willen worden, maar dan vooral willen gaan spelen en activiteiten ondernemen. Terwijl de jongste dan wat langer in de basisgroep blijven, kunnen de oudere sneller actief aan de slag met de andere activiteiten op de BSO.
Wisseling en tijdelijke afwijking in aantal kinderen in de Basisgroep
De indeling van de basisgroepen wordt lopende de jaren dat uw kind op de BSO is af en toe gewijzigd omdat er dingen zijn die veranderen: de leeftijd, de dagen waarop opvang nodig is, kinderen die afscheid hebben genomen of juist nieuwe instromers. Het uitgangspunt, de reden voor het werken met een basisgroep, is dat (de ontwikkeling van) het kind goed in beeld is bij ons en dat uw kind en veilige en vertrouwde omgeving heeft binnen de opvang. Wij proberen het aantal wijzigingen van basisgroep en mentor voor uw kind dan ook zo laag mogelijk te houden.
In principe zijn er 4 momenten in het jaar waarop de samenstelling van de basisgroep wordt gewijzigd als daar aanleiding voor is:
-De week na de zomervakantie
-De week na de herfstvakantie
-De week na de kerstvakantie
-De week na de meivakantie
Kinderen die incidenteel op een andere dag dan hun vaste contract dag komen gaan naar de basisgroep waar ze op hun vaste dag ook zitten. Als tussentijds de situatie voor de basisgroep veranderd, door een dag extra BSO, door leeftijd, wijziging in opvangdagen, uit- of instroom van kinderen of een andere reden, kan het voor komen dat er tijdelijk meer of minder kinderen in een basisgroep zitten. Omwille van de stabiliteit en rust in de basisgroep willen wij niet bij iedere wijziging groepen wisselen of kinderen verplaatsen. Wij kiezen dan voor het uitgangspunt waarbij de veiligheid, geborgenheid en ontwikkeling van uw kind goed in beeld blijft en houden de basisgroep tot een volgend wisselmoment bij elkaar. Het aantal leidsters op het totale aantal kinderen op de locatie blijft dan wél volgens de Beroepskracht-kind-ratio. U kunt op de BSO altijd zien in welke basisgroep uw kind zit en wie de mentor van uw kind is, u mag daar ook altijd naar vragen.
Basisgroepen op schoolvrije dagen (waaronder vakanties)
Tijdens schoolvrije dagen (waaronder vakanties) is de samenstelling van de groep altijd anders dan in de vaste schoolweken; soms worden locaties samengevoegd, sommige kinderen komen extra of juist niet. Op die dagen, of in die weken, hanteren we andere basisgroepen dan in de reguliere 40 schoolweken. Als we locaties samenvoegen streven we er naar dat minimaal 1 bekende leidster van de locatie mee gaat. De kinderen treffen in de vakantie-basisgroep dan ook een voor hen bekende leidster. Afhankelijk van de groepsgrootte (maximaal 30 kinderen per basisgroep) op de betreffende schoolvrije dag zitten alle kinderen in 1 basisgroep, of splitsen we op basis van kind aantallen en leeftijd weer in een groep 1/2 (jongste kind), 3/4/5 (middelste / oudere kind) en eventueel groep 6/7/8 in een aparte basisgroep als de groep te groot wordt. We zorgen in ieder geval dat alle bijzonderheden (medische & sociaal emotionele bijzonderheden) van de kinderen, ook in de vakanties of op schoolvrije dagen, bij de leiding van die dag bekend zijn en er een goede overdracht is zodat we op een veilige en vertrouwde manier de opvang kunnen bieden. Ouders en kinderen worden altijd tijdig geïnformeerd over het samenvoegen van de locatie. Dit verloopt ook op een vaste manier; kinderen van BSO de Bolster gaan in vakanties naar BSO de Wilgenstraat. Kinderen van BSO de Hoogstraat gaan als er weinig aanmeldingen zijn naar BSO Kempenland. Op woensdagen en vrijdagen gaan alle kinderen, ook in vakanties, naar BSO Kempenland. Omdat we zoveel mogelijk met vaste medewerksters op vaste dagen en locaties werken, kennen de kinderen meestal ook de medewerksters van de andere locatie omdat zij al vaker op hun vaste dag de andere locatie bezoeken. Bovendien werken we op alle locaties van ’t Kasteeltje op dezelfde manier met dezelfde regels, afspraken en dagritmes, zo voelt het bezoeken van een andere locatie ook al snel vertrouwd!
Wat doen we in de basisgroep?
De kinderen eten in de basisgroep fruit en kunnen even hun verhaal kwijt als ze dat willen. De vaste leidster zorgt dat ze alle kinderen even gezien heeft en indien nodig een gesprekje met ze houdt. Ook wordt vaak even besproken welke activiteiten er die dag zijn, is er speciale aandacht voor een jarige of andere bijzonderheden van die dag. Dit groepsmoment duurt ongeveer 15 minuten en daarna gaan alle kinderen weer in de grote groep hun activiteiten voor die dag kiezen.
Als er tijdens het groepsmoment in de basisgroep bijzonderheden bij een van de kinderen naar voren komen die in het belang van het kind bij alle groepsleidsters van de dag bekend moeten zijn, communiceert de vaste groepsleidster dit met de overige leiding. Als er gedurende de dag bijzonderheden over een kind te melden zijn naar de ouder(s), zorgt de leiding dat dit bekend is bij de leidster die die dag verantwoordelijk is voor het afmelden als het kind naar huis gaat. De ouder wordt dan geïnformeerd en eventueel verwezen naar de groepsleidster die de bijzonderheden gemeld heeft. Zo zorgen we voor een adequate communicatie met groepsleiding onderling, het kind en de ouders.
Elk kind een mentor
Wij werken op alle groepen met mentorschap. De mentor is een pedagogisch medewerker die werkt op de groep van uw kind. Zij is direct betrokken bij de opvang en ontwikkeling van uw kind en kent uw kind daardoor goed. Zij kan de ontwikkeling van uw kind goed volgen en is het aanspreekpunt voor u om die ontwikkeling en het welbevinden van uw kind te bespreken. Indien de mentor daar aanleiding toe heeft, zal zij u uitnodigen voor een gesprek waarbij de ontwikkeling en welbevinden van uw kind met u besproken wordt. Als u daar zelf behoefte aan heeft kunt u de mentor altijd voor een gesprek vragen. Via het ouderinformatiebord wordt hoogte gebracht wie de mentor van uw kind is, u kunt natuurlijk ook zelf aan uw kind vragen of bij de groepsleiding informeren. De vaste leidster van de basisgroep is de mentor van uw kind. Eventueel vervult de mentor ook een rol in het contact met andere professionals (na toestemming van de ouders).
Door het volgen van de ontwikkeling van het kind sluiten pedagogisch medewerkers aan op de individuele behoeften van een kind. Tevens kan er door overleg met ouders worden afgestemd hoe aan wensen en behoeften van het kind tegemoet kan worden gekomen. De combinatie van ontwikkelingsgericht werken en de inzet van een mentor maakt dat belangrijke ontwikkelstappen en mogelijke achterstanden, worden gevolgd en indien nodig tijdig gesignaleerd. De mentoren worden in het gehele proces ondersteund en gecoacht door de teamleidinggevende van de locatie.
Deze mentor heeft de volgende specifieke taken:
- De mentor is contactpersoon voor kind, ouder, collega’s en na toestemming van ouder eventueel voor derden.
- De mentor houdt de ontwikkeling en het welbevinden van het kind in de gaten.
- Bij zorgen of vragen met betrekking tot het kind maakt de mentor dit inzichtelijk. De eventuele gesprekken die hieruit voortkomen worden door de mentor gevoerd in overleg met de teamleidinggevende.
De algemene dagelijkse overdrachtszaken kunnen gewoon met alle pedagogisch medewerkers van de betreffende dag worden besproken.
Groepsgrootte
De maximale groepsgrootte varieert per locatie. U vindt de informatie hierover terug bij de Locatiespecifieke Informatie.
Beroepskracht-Kind-Ratio
Wij werken volgens de normen die beschreven staan in de BKR. De beroepskracht kind ratio (bkr) kinderopvang wordt ook wel leidster kind ratio genoemd. Deze bkr voor de kinderopvang geeft aan hoeveel kinderen een beroepskracht (pedagogisch medewerker of leidster) mag opvangen. Dit hangt af van het soort opvang (kinderdagverblijf, bso of peuterspeelzaal), de leeftijd van de kinderen, het aantal aanwezige kinderen, de groepsgrootte en de samenstelling van de groep. Hoe jonger een kind, hoe minder kinderen een leidster mag opvangen. Bijvoorbeeld: voor baby's (nul jarigen) geldt een beroepskracht kind ratio van 1 op 3: 1 pedagogisch medewerker mag 3 kinderen van 0 jaar opvangen. In de bso geldt voor kinderen boven de 7 jaar een leidster kind ratio van 1 op 12: 1 pedagogisch medewerker mag 12 kinderen tussen de 7 en 12 jaar opvangen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar 1ratio.nl.
Beschrijving afwijking Beroepskracht - Kind – Ratio
Het streven is altijd volgens de Beroepskracht-Kind-Ratio te werken (het aantal leidsters per kind). Op de dagen in de schoolweken kan het zijn dat in het eerste half uur van de opvang afgeweken wordt van deze norm. Dit gebeurt omdat leiding dan bezig is met het ophalen van kinderen op school.
Op hele dagen opvang (Bijvoorbeeld in de basisschoolvakantie) kan het zijn dat tussen 07.30 en 09.00 en/of 16.30 en 18.00 wordt afgeweken van die norm. Dit gebeurt maximaal 1,5 uur per dag, wat binnen de wet kinderdagopvang toegestaan is.
Opvang op woensdagen en vrijdagmiddagen (Middagen vrij).
Alle kinderen gaan op woensdag- en vrijdagmiddag altijd naar onze locatie Kempenland.
Openingstijden op A.D.V.- / Vakantiedagen basisschool (Hele dagen vrij).
BSO Bolster (Bolster) | ||||||
Locatie | Ma | Di | Wo | Do | Vr | |
Schoolweek | Bolster | |||||
Schoolvrije dag | Wilgenstraat | |||||
Vakantieweek | Wilgenstraat |
BSO Wilgenstraat (Roald Dahl) | ||||||
Locatie | Ma | Di | Wo | Do | Vr | |
Schoolweek | Wilgenstraat | |||||
Schoolvrije dag | Wilgenstraat | |||||
Vakantieweek | Wilgenstraat |
BSO Kempenland |
||||||
Locatie | Ma | Di | Wo | Do | Vr | |
Schoolweek | Kempenlandstraat | |||||
Schoolvrije dag | Kempenlandstraat | |||||
Vakantieweek | Kempenlandstraat |
BSO Hoogstraat (Molenven - Koningslinde - Springplank - Avonturier - Misha de Vries) |
||||||
Locatie | Ma | Di | Wo | Do | Vr | |
Schoolweek | Hoogstraat | |||||
Schoolvrije dag | Hoogstraat of Kempenlandstraat | |||||
Vakantieweek | Hoogstraat of Kempenlandstraat |
Bijzondere situaties
Als de situatie zich voor doet dat er door een vrije dag / vakantie slechts enkele kinderen op een bso-locatie zijn, terwijl een andere locatie met méér kinderen ook geopend is, zullen wij de groepen combineren op de locatie met de meeste kinderen. U wordt hier dan tijdig over ingelicht. Zo willen we bereiken dat kinderen op een bso (mid-)dag genoeg andere kinderen treffen om een leuke tijd te hebben.
Bij het opstellen van een vast contract voor buitenschoolse opvang kiest u voor een 40, 48 of 52 weken contract. Bij iedere vorm van vast contract zijn de 40 schoolweken de basis.
Bij een 52 weken contract heeft u als basis de 40 schoolweken, plus 12 keer de dagen uit uw contract opgenomen om in te zetten op de schoolvrije dagen of als extra dagen. (Bij 1 middag in de week dus 12 hele dagen (126 uur), bij 2 middagen in de week 24 hele dagen (252 uur), etc.)
Bij een 48 weken contract heeft u als basis de 40 schoolweken, plus 8 keer de dagen uit uw contract opgenomen om in te zetten op de schoolvrije dagen of als extra dagen. (Bij 1 middag in de week dus 8 hele dagen (8 keer 10,5 uur=84 uur), bij 2 middagen in de week 16 hele dagen (168 uur), etc.)
Deze uren kunt u naar eigen voorkeur inzetten gedurende het hele kalenderjaar, onafhankelijk van de middag die u in de 40 schoolweken vast heeft staan. Valt een studiedag dus op een andere dag dan uw vaste contract, kunt u de uren uit het 48 of 52 weken contract inzetten voor een hele dag opvang. Als u in de vakantieweken graag 3 andere dagen als normaal gebruikt, kunt u de uren uit uw 48 of 52 weken contract daarvoor inzetten.
Bij een 40 weken contract heeft u de middag(-en) in de 40 schoolweken, maar geen extra uren. U kunt per vakantie, andere schoolvrije dag of extra dag doorgeven wanneer u graag opvang wilt. Deze extra uren worden per maand gefactureerd.
Bij een flexibel contract kiest u altijd zelf de dagen, u geeft gewoon aan ons door wanneer u graag opvang wilt. U ontvangt per maand een factuur van de gebruikte uren.
Aanvragen en afmelden voor vakanties bij de contractvormen:
In verband met het maken van de planning voor de locaties en beschikbare leidsters op de groepen, moet u minimaal 2 weken vóór dat de vakantie(-periode) begint uw wensen door geven. Dit geldt dus óók voor het doorgeven dat uw kind niet komt, het afmelden. Als u bij en 52- of 48 weken contract de dagen niet 2 weken vóór de vakantie afmeldt, worden deze vaste dagen ingepland en gefactureerd.
- Bij een 52-weken contract, gaan wij er van uit dat uw kind op uw vaste dag(-en) komt.
Komt uw kind niet op uw vaste dag? Dan kunt u dit tot 2 weken vóór de vakantie via de website laten weten door de optie [komt niet] aan te klikken. Deze dag blijft dan beschikbaar om op een ander moment later in het kalenderjaar in te zetten - Bij een 48-weken contract kunt u, in 1x voor het hele jaar of per keer, aan ons doorgeven in welke 4 weken uw kind niet komt. Als u dit doorgegeven heeft, is het bij ons bekend dat uw kind wel/niet verwacht wordt voor deze komende vakantie. Heeft u niets doorgeven? Dan kunt kunt u dit tot 2 weken vóór de vakantie via de website laten weten door de optie [komt niet] aan te klikken. Deze dag blijft dan beschikbaar om op een ander moment later in het kalenderjaar, in te zetten. Laat u niets weten? Dan wordt uw kind iedere vakantie op de vaste dagen ingepland en gefactureerd.
- Bij een 40-weken of flexibel contract heeft u geen dagen in de vakantie in uw contract. Heeft u toch dagen nodig? Dan kan dit als extra dagen. Dit kunt u via de website aanvragen.
Het aanvragen of afmelden gaat:
- rechtsreeks via onze website
- per e-mail aan bso@t-kasteeltje.com .
- telefonisch op de Administratie BSO (073-6841160).
Aanvragen van dagen tijdens de vakantie.
Wij vragen u vakantieopvang uiterlijk 2 weken voor de vakantie aan ons te laten weten. Natuurlijk kan het zijn dat u nog niet zeker weet welke dagen u in de vakantie nodig heeft. Wilt u in de vakantie nog dagen aanvragen? Neem dan contact op met de administratie, u krijgt dan zo snel mogelijk te horen of er plaats is op de groep. (bso@t-kasteeltje.com of 073-6841160).
Over aanvragen en afmelden op andere schoolvrije / bijzondere dagen bij de contractvormen:
Bij "andere schoolvrije dagen" moet u denken aan de vrije dagen buiten de 12 vakantieweken om. Bijvoorbeeld de studiedagen. Deze vallen binnen de 40 schoolweken waarop u voor de betreffende middag een contract hebt. Voor al deze dagen die anders dan anders zijn geldt:
- Als de hele dag vrij is (bijvoorbeeld studiedag) gaan wij er van uit dat uw kind niet komt tenzij u deze dag aanvraagt (doorgeven via website of mail). Voor deze dag worden alleen de extra uren gerekend als u deze middag al als contractdag heeft. Als u géén contractdag op de studiedag heeft, wordt de dag als extra gerekend (ochtend / middag als 6 uur, of hele dag 10,5 uur)
- Als er een bijzondere dag op school is (bijvoorbeeld feestdag of sportdag) en daardoor andere schooltijden heeft (eerder uit is), halen wij de kinderen met een vast contract of die aangemeld zijn op de tijd die school aangeeft op. Wij zijn op de hoogte van de dagen die in de schooljaarkalender vermeld zijn. De extra uren worden gefactureerd.
- Als u vaste contracturen die u door deze omstandigheden niet gebruikt later in wil zetten als ruiluren moet u de afmelding 1 werkdag vóór de dag aan ons doorgeven.
Berekening van uren
Vakantie- / adv-opvang wordt gefactureerd volgens het geldende tarief en kan alleen per dag of dagdeel worden afgenomen, dus niet per uur. Daarbij hanteren wij bij vakantie- en adv-opvang voor een hele dag (07.30u-18.00u) 10,5 uur, voor een halve dag (07.30u – 13.30u óf van 12.00u – 18.00u) 6 uur.
48 of 52 weken contract:
- Zolang u uren heeft binnen uw contract worden deze uren van uw 8 of 12 weken gebruikt, u merkt hier dus niets van in uw vaste maandbedrag.
- De uren die u gebruikt staan steeds vermeld op de maandfactuur als verbruikte uren periode
- U kunt zelf via de facturen bijhouden hoeveel uren u in dat kalenderjaar verbruikt heeft.
- Na het kalenderjaar (in januari van het nieuwe jaar) ontvangt u de factuur over de extra verbruikte uren. (Als u dus méér uren in dat kalenderjaar heeft gebruikt dan dat er in uw contract was opgenomen).
- Als u meer uren heeft opgenomen dan in uw contract stonden, kunt u over die extra uren óók Toeslag aanvragen via de Belastingdienst. U doet dit via Wijzigingen op de site van de Belastingdienst.
40 weken of Flexibel contract
- Bij een 40 weken of Flexibel contract heeft u geen "potje met extra uren" in uw contract.
- Extra verbruikte uren worden dan ook per maand gefactureerd, op de factuur staat vermeld op welke dag(-en) en hoeveel uur u (extra) heeft gebruikt.
- U geeft de Wijzigingen per maand door aan de Belastingdienst.
Looptijd
De extra uren die in uw 48 / 52 weken contract opgenomen zijn lopen altijd van 1 januari (of startdatum van uw contract) tot 31 december. Op 1 januari begint u weer met het aantal extra uren wat u heeft laten opnemen in het contract. Niet gebruikte uren uit het voorgaande kalenderjaar komen te vervallen, u kunt deze dus niet meenemen naar het nieuwe kalenderjaar.
Wijze van betaling.
48 of 52 weken contract
- U betaalt maandelijks een vast bedrag
- In januari van het nieuwe kalenderjaar ontvangt u een factuur over het totaal aantal extra verbruikte uren als u méér uren heeft gebruikt dan in uw contact was opgenomen.
40 weken contract
- U betaalt maandelijks een vast bedrag, plus eventueel extra gebruikte uren. (Ook in maanden waarin vakanties vallen. We berekenen namelijk het totaal aantal uur in de 40 schoolweken en delen dat door 12 maanden zodat u op een vast maandbedrag komt.)
- Als u extra uren gebruikt, staan deze los op de maandfactuur.
- Deze extra uren geeft u maandelijks bij de Belastingdienst door als Wijziging.
Flexibel contract
- U betaalt per maand het gebruikte aantal uren.
- U geeft deze uren maandelijks door bij de Belastingdienst.
Tijdig voor de eerste keer dat uw kind op de bso komt zal een intakegesprek plaatsvinden. Hierbij wordt gevraagd naar voor de opvang benodigde specifieke gegevens van uw kind zoals eventuele allergieën, diëten, medische informatie en / of extra zorg op het sociaal-emotionele vlak. De groepsleiding die met uw kind werkt zal door de organisatie tijdig geïnformeerd worden over eventuele bijzonderheden.
Kinderen die voor het eerst op Kindercentrum ’t Kasteeltje komen kunnen een dagdeel komen wennen, met of zonder de ouders. Hiervoor kunt u een afspraak maken om een dag of middag mee te komen spelen. Op deze tijden is de groepsleiding gericht op de activiteiten met de kinderen, en is er voor een uitgebreid gesprek geen tijd. Vandaar dat wij dus vooraf het intakegesprek plannen.
Op de kennismakingsdag zelf is er natuurlijk wel even tijd voor een kort welkomsgesprek met leidster, kind en ouders als het kind gebracht wordt. Na afloop van de middag is er ook tijd om de ervaringen van die dag te bespreken en indien nodig / wenselijk een afspraak te maken voor een verder gesprek met ouder(s) en groepsleiding.
Kinderen die bijna 4 jaar worden en in de peutergroep op de kinderdagopvang zitten, komen regelmatig even wennen aan de bso.
Let op: kinderen gaan niet automatisch over van onze kinderdagopvang naar de buitenschoolse opvang.
U moet uw kind hier zelf voor aanmelden!
Kinderen die geen gebruik maken van de kinderdagopvang bieden wij natuurlijk ook de mogelijkheid aan om een keer te komen oefenen.
In de beginperiode kunnen ze rekenen op extra aandacht van de leiding om zo snel mogelijk vertrouwd te raken met de andere kinderen in de groep en de activiteiten die ze kunnen ondernemen.
Indien uw kind door ziekte of om een andere reden niet naar de bso kan komen, verzoeken wij u dit door te geven aan onze Administratie BSO (dus niet bij uw locatie). Dit omdat vanuit die administratie ook het vervoer van school naar de bso wordt geregeld. Onze administratie draagt er vervolgens zorg voor dat de afmelding bekend is bij de groepsleiding. Dit geldt dus voor afmelden door ziekte, als het kind door u zelf / iemand anders opgehaald wordt uit school of uw kind een keer om een andere reden niet naar de bso komt.
Helaas gaan sommige ouders er van uit, dat als zij hun kind op school ziek gemeld hebben, wij dat automatisch óók weten. Dat is niet zo, het vriendelijke verzoek dus om uw kind óók bij ons af te melden:
Administratie BSO: 073-6841160, bereikbaar vanaf 07.30u of per email bso@t-kasteeltje.com. Indien u doorverbonden wordt met het antwoordapparaat kunt u de afmelding gewoon inspreken; dit wordt altijd voor 13.00u afgeluisterd en verwerkt!
De dagen waarop wij voor uw kind een plaats gereserveerd hebben volgens vast contract of afspraak worden ook bij ziek- of afmelding normaal gefactureerd. Alleen indien u 1 werkdag van te voren aan kunt geven dat u geen gebruik gaat maken van de contractdag, kunt u deze wisselen volgens de regeling zoals beschreven bij Incidenteel ruilen BSO
Hoe gaan wij om met ziekte bij kinderen?
De beslissing of een kind al dan niet in de groep kan komen / blijven wordt in principe genomen door de groepsleiding. Hierbij hanteren wij de richtlijnen die de GGD hiervoor aangeeft, en bij twijfel wordt de GGD om advies gevraagd. Het belang van het zieke kind staat hierbij voorop, maar er moet ook rekening worden gehouden met het belang van de andere kinderen en de groepsleiding zelf.
Een kind dat zich ziek voelt en niet met het normale dagprogramma mee kan doen, kan beter niet op het kindercentrum blijven. Er zijn op het kindercentrum nauwelijks mogelijkheden om aan een ziek kind de noodzakelijke extra aandacht te geven.Ook de belasting voor de groepsleidsters kan een reden zijn om het kind te laten ophalen. Tot slot kan bij besmettelijke ziekten de bescherming van de gezondheid van de groepsgenoten een reden zijn om het kind niet toe te laten. Het om deze reden weren van zieke kinderen gebeurt echter alleen bij enkele zeer ernstige infectieziekten en altijd in overeenstemming met de richtlijnen van de GGD.
Wanneer mag uw kind de opvang niet bezoeken
- Koorts is niet de enige maatstaf. Hierbij spelen ook factoren een rol zoals hoe het kind zich voelt, of het reageert op medicatie, of hoe lang de koorts zich al voor doet. Wanneer uw kind ’s morgens thuis 38 graden of hoger koorts heeft, adviseren wij u maatregelen te treffen zodat uw kind te allen tijde door u of een bekende opgehaald kan worden. De praktijk wijst uit dat de koorts in de loop van de dag vaak oploopt.
- Wanneer uw kind hangerig en / of lusteloos is en daardoor niet meer kan deelnemen aan het groepsgebeuren en uw kind daar ook zelf zichtbaar last van ondervindt.
- Wanneer uw kind dusdanige extra zorg nodig heeft dat daardoor de begeleiding van uw kind en andere kinderen in het gedrang komt.
- Bij besmettelijke ziekten, waarbij andere kinderen of volwassenen gevaar lopen. De ziekten waarbij dit van toepassing is, zijn opgenomen in de gezondheidswijzer. In geval van twijfel zal de leidster contact opnemen met de GGD. In enkele gevallen hebben wij een meldingsplicht over de aard van de ziekte aan de GGD.
Wat doen wij in geval van ziekte tijdens het verblijf
- Wanneer u uw kind ziek komt brengen, of uw kind ziek uit school komt informeren wij naar de aard van de ziekte. Tevens vragen wij wie het kind op kan komen halen als het onverantwoord is om de zorg voor het kind langer op ons te nemen.
- Wanneer uw kind ziek wordt tijdens de opvang zal de groepsleidster telefonisch contact met u opnemen. Afhankelijk van de mate van ziek zijn, spreekt de groepsleidster met u af of uw kind opgehaald moet worden.
- Wanneer uw kind op de opvang kan blijven, maakt de groepsleidster afspraken met u over de wijze van contact houden.
- Wanneer uw kind een infectieziekte heeft en er zijn voorzorgsmaatregelen te treffen, verwachten wij dat u die treft.
Bijvoorbeeld door het afplakken van smetplekken. Bij een schimmelinfectie vragen wij u om een arts te raadplegen. - Voor ziekten veroorzaakt door parasieten (mijten, luizen, wormpjes) vragen wij u om uw kind te behandelen. Mochten wij dit op de buitenschoolse opvang ontdekken dan bellen wij u op en vragen wij u om uw kind thuis te behandelen.
Uw kind mag in principe daarna weer terug komen, mits hij of zij geen andere kinderen meer kan besmetten. - Wanneer er een besmettelijke ziekte geconstateerd is bij andere kinderen brengen wij u op de hoogte door een brief op de deur(en) te hangen met daarop informatie over de ziekte.
- Hoe wij omgaan met het toedienen van medicijnen en medisch handelen leest u in het gezondheidsbeleid.
Wat verwachten wij van de ouders
- Dat kinderen het inentingsprogramma volgen. Wanneer dit niet het geval is dient u dit aan te geven op het inschrijfformulier bij bijzonderheden.
- Wij vragen u om telefoonnummers door te geven waar we u kunnen bereiken. Ook vragen wij om een extra nummer in geval van nood. Daarnaast vragen wij om aan te geven wie de huisarts is, zodat wij in geval van nood altijd de eigen huisarts kunnen raadplegen.
- Wanneer uw kind “ziek” is, maar zich goed genoeg voelt om naar de buitenschoolse opvang te komen, is uw kind welkom.
Wel observeren wij uw kind, zoals hieronder staat omschreven.
Kijken naar het hele kind
Bij (vermoeden van) ziekten en om een inschatting te maken over de mate van ziek zijn zal de groepsleidster kijken naar de algehele toestand van het kind en niet uitsluitend naar een enkel symptoom. Daardoor is het toch mogelijk om licht zieke kinderen toe te laten op de buitenschoolse opvang, op een verantwoorde en werkbare manier en kan de groepsleidster een juiste beslissing nemen als opvang niet meer verantwoord is. De leidster observeert o.a.:
- spelgedrag, sociale contacten en deelname aan het groepsgebeuren.
- klachten die een kind aangeeft zoals buik- en hoofdpijn.
- of er sprake is van diarree en / of overgeven.
- of er waarschijnlijk sprake is van verhoging, dit wordt met de hand aan de buitenkant van het lichaam gevoeld.
Wanneer wordt er een huisarts ingeschakeld?
In principe is bij ziekte van een kind de ouder degene die de huisarts inschakelt. Alleen als er acuut gevaar dreigt schakelen we vanuit het kindercentrum direct een arts in.
Voorbeelden van dergelijke gevallen zijn:
- een kind dat het plotseling benauwd krijgt.
- een kind dat bewusteloos raakt of niet meer op je reageert.
- een kind met plotselinge erg hoge koorts.
- ongevallen.
BRENGEN
Voorschoolse Opvang:
Op alle locaties met voorschoolse opvang kunt u vanaf 07.30u terecht. In verband met de eventuele reistijden naar school, moeten de kinderen vóór een bepaalde tijd aanwezig zijn (Meestal is dat voor 08.15u). Ook als uw kind op onze locatie gebruik wil maken van de mogelijkheid te ontbijten, willen wij hier graag voldoende tijd voor hebben (Hierbij geldt dat dit meestal uiterlijk rond 07.45u is). U overlegt dus met de groepsleiding op uw locatie wat de uiterlijke tijd is waarop uw kind gebracht kan worden afhankelijk van uw wensen. U bent bij het brengen verantwoordelijk voor uw kind tot uw vertrek, wij wijzen u erop dat wij de verantwoordelijkheid pas over kunnen nemen nadat we er redelijkerwijs van mogen uitgaan dat de overdracht van verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk heeft plaats gevonden. Wij vragen u dus om met het kind naar binnen te lopen en niet voor de deur af te zetten. Daarna zorgen wij dat uw kind op tijd op school is. Afhankelijk van de opvanglocatie en schoollocatie van uw kind zal een leidster meelopen naar de klas, of zal er eerst vervoer naar de school nodig zijn. Het vervoer gebeurt met taxibussen van het Kindercentrum en/of auto’s van de leidsters als er geen taxi beschikbaar is. Zie voor meer informatie over vervoer het punt Vervoersregeling.
Bij de jongste en nieuwe kinderen loopt de leidster mee tot aan de klas. Na een paar weken van wennen kan ook het jongere kind dit vaak al zelfstandig. Afhankelijk van het schoolbeleid lopen de kinderen dan zelfstandig naar hun klas (en blijven de ouders dus buiten). Het oudere kind kan dit vaak al zelfstandig en wordt door ons begeleid tot op de speelplaats. Dit gebeurt pas na het tijdstip waarop de school de verantwoordelijkheid overneemt middels hun pleinwacht. Natuurlijk kunnen hierover afhankelijk van de behoefte van het individuele kind afspraken gemaakt worden met de groepsleiding.
Buitenschoolse opvang in schoolweken:
De bso tijdens schoolweken begint doorgaans met het ophalen van de kinderen op school. Kinderen worden door vaste bso-medewerksters opgehaald. Iedere school heeft een vaste medewerkster van de bso, zodat deze met het systeem van de school en met de kinderen die mee gaan vertrouwd is.
Met vervoer van school naar een bso-locatie:
Kindercentrum ’t Kasteeltje heeft zelf taxi’s en eigen vervoer van medewerksters. Zie voor meer informatie over vervoer het punt Vervoersregeling. Op iedere school is een vaste plaats afgesproken waar kinderen wachten totdat ze met de bso meegaan. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de informatie op school dat de kinderen opgehaald worden door de bso. De leerkrachten van de onderbouw wachten bij de kinderen totdat wij er zijn. Wij streven ernaar altijd op tijd te zijn, maar er kan oponthoud zijn op de weg of bij een school die te laat uit is. Voor de overdracht van school naar ’t Kasteeltje geldt hetzelfde als de overdracht van school naar ouder / persoon waar uw kind door opgehaald wordt; de leerkracht wacht met uw kind tot die opgehaald wordt.
Opvang op loopafstand van de school waar uw kind zit:
Kinderen die op loopafstand van de bso-locatie op school zitten worden door vaste bso-medewerksters op school opgehaald.
Ook zij verzamelen eerst op een vaste plaats in school en lopen als de groep compleet is onder begeleiding van de bso-medewerkster(s) naar de bso-locatie. Bij de volgende combinaties gaan de kinderen lopend naar de bso:
Scholen op loopafstand | |
School | BSO-locatie |
Avonturier | Kempenland (Wo-Vr) |
De Lichtstraat | Kempenland |
Roald Dahl | Wilgenstraat |
Opvang in de school waar uw kind zit
Op onze locatie De Bolster zit de bso in de school. Daar melden de kinderen zich in de bso-ruimte bij een vaste leidster en is verder geen vervoer nodig.
Buitenschoolse opvang op adv- of vakantiedagen
Op dagen dat er geen school is, zorgt u zelf voor het vervoer van uw kind naar de bso. U bent bij het brengen verantwoordelijk voor uw kind tot uw vertrek, wij wijzen u erop dat wij de verantwoordelijkheid pas over kunnen nemen nadat we er redelijkerwijs van mogen uitgaan dat de overdracht van verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk heeft plaats gevonden. Wij vragen u bij binnenkomst altijd te melden dat uw kind is gearriveerd zodat uw kind op de aanwezigheidslijst wordt genoteerd.
Het kan op deze dagen voor komen dat uw kind andere leidsters ontmoet dan hij / zij gewend is op de eigen locatie. Informatie die van belang is voor uw kind wordt door de organisatie tijdig doorgegeven aan de leidsters van die dag(-en). Hoewel wij ernaar streven hier zeer zorgvuldig mee om te gaan en ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid in deze, blijft het verstandig om bij het brengen van uw kind even een groepsleidster aan te spreken of eventuele allergieën / diëten inderdaad bij de leiding van die dag bekend zijn.
Ophalen
U kunt uw kind bij ons op ieder gewenst moment tot 18.00u ophalen. Indien u uw kind door iemand anders op laat halen, moet u dat van te voren kenbaar maken. Wij mogen uw kind niet meegeven aan een bij ons onbekende persoon, als dat niet nadrukkelijk bij ons gemeld is. Wanneer er regelmatig een andere, vaste, persoon uw kind komt ophalen, dient u het formulier “Toestemming Ophalen Kinderen” in te vullen en af te geven bij de groepsleiding. Dit formulier kunt u downloaden op deze website of vraag ernaar bij de groepsleiding.
Mocht u desondanks toch in een onverwachte situatie komen waardoor u uw kind niet zelf op kunt komen halen, vragen wij u rechtstreeks naar de locatie van uw kind te bellen om door te geven wie uw kind wel op komt halen.
De vervoersregeling is van toepassing op alle situaties waarin wij uw kind vervoeren. Het vervoer kan op 2 manieren plaats vinden:
- Vervoer met auto’s van medewerkers van Kindercentrum ’t Kasteeltje
- Vervoer in taxibussen van Kindercentrum ’t Kasteeltje
In alle gevallen geldt dat:
- wij ernaar streven dat kinderen steeds een vaste chauffeur hebben.
- er een inzittendenverzekering is voor alle inzittenden.
- de chauffeurs in dienst van Kindercentrum ’t Kasteeltje zijn en in bezit zijn van een Verklaring Omtrent Gedrag.
- het vervoer voldoet aan de wettelijke regels en voorschriften.
Uiteraard houden wij ons aan de wettelijke regels, waaronder:
- alle inzittenden zijn verplicht een gordel te dragen.
- er worden nooit meer kinderen in een voertuig vervoerd dan dat er zitplaatsen met gordel zijn.
- bij voorkeur zitten de kleinste kinderen achterin en de grootste kinderen voorin.
- kinderen kleiner dan 1,35 m moeten een autostoeltje of zittingverhoger gebruiken.
Het kan zijn dat uw kind van u zelfstandig op de fiets of lopend naar de bso mag komen, of dat u ervoor kiest dat uw kind zelfstandig naar huis gaat op een afgesproken tijd. Hierover dienen duidelijke afspraken gemaakt te worden. Daarvoor kunt u het formulier “Toestemming Zelfstandig van en naar de bso gaan” invullen en opsturen naar de Administratie BSO. Dit formulier kunt u downloaden op deze website of vraag ernaar bij de groepsleiding. Op dit formulier vermeldt u duidelijk hoe laat uw kind op de bso aanwezig zal zijn en hoe laat het mag vertrekken.
Tevens gaat u na ondertekening akkoord met (aansprakelijkheids-)voorwaarden die hieraan verbonden zijn.
Het is mogelijk om uw kind door ons te laten brengen en halen bij een vereniging of (sport-)club onder de bso tijd. Hieraan zijn geen extra kosten verbonden. Dit is echter wel op voorwaarde dat het mogelijk is, afhankelijk van de dag, tijd en beschikbaarheid van onze medewerkers. Als u hier gebruik van wilt maken moet u dit dus altijd vooraf overleggen.
Indien het mogelijk is dat wij deze service bieden worden met u verdere afspraken gemaakt over het vervoer (alleen brengen, of ook ophalen). Uitgangspunt is dat kinderen zich zelfstandig kunnen aan- en uitkleden, of zich vooraf omkleden op de bso.
De chauffeur brengt het kind in principe tot de ingang van de vereniging of sportclub en het kind gaat zelfstandig naar binnen, tenzij nadrukkelijk anders overeengekomen.
Indien u gebruik wilt maken van onze haal- en brengservice voor deelname aan verenigingen of sportclubs, dient u per kind het formulier “Afspraken deelname externe verenigingen en sportclubs” in te vullen en te ondertekenen.
Let u er wel op dat u wijzigingen tijdig aan ons doorgeeft? (Bijvoorbeeld wanneer u te horen krijgt dat een dag niet doorgaat). Tevens attenderen wij u er op dat het verstandig is om ook bij de vereniging / (sport-)club door te geven dat uw kind door ons gehaald / gebracht wordt. Zowel het aanvragen als doorgeven van wijzigingen gaat altijd via de Administratie BSO.
Dat kan telefonisch (073-6841160) of per email (bso@t-kasteeltje.com).
Kindercentrum ’t Kasteeltje is niet aansprakelijk te stellen voor leed / schade ontstaan door het niet (op tijd) kunnen uitvoeren van deze service door onvoorziene omstandigheden.
Beleidsplan
Alle informatie over het beleid op de kinderdagopvang van Kindercentrum ’t Kasteeltje vindt u op dit deel van de website terug. Wij hopen u zo een gedetailleerd en adequaat mogelijk beeld van de praktijk te geven. Het beleidsplan wordt indien nodig of wenselijk aangepast en actueel gehouden. Bij inhoudelijke wijzigingen wordt u via een nieuwsbrief per mail geïnformeerd.
Informatie over de groep waar uw kind in zit
Tijdens het intake gesprek en de rondleiding op de locatie waar uw kind naar toe gaat krijgt u van ons de informatie over de specifieke kenmerken van de basisgroep. Denk hierbij aan:
- het maximale aantal kinderen wat op de groep aanwezig kan zijn .
- het te verwachten aantal kinderen op die groep gezien de actuele samenstelling van de groep.
- de samenstelling van de groep qua leeftijd en verschillende scholen die de locatie bezoeken.
- welke leidsters op die groep aanwezig zijn tijdens de dag(-en) van uw keuze.
- welke leidster / taxichauffeur uw kind op school ophaalt.
De locatiespecifieke informatie met betrekking tot de samenstelling van de groep, maximale aantal kinderen, het gebouw, de binnen- en buitenruimte en de omgeving waarin de locatie staat kunt u lezen bij punt Specifieke informatie over het gebouw, binnen- en buitenruimte en ligging per locatie. Tijdens het intake gesprek en de rondleiding is natuurlijk ook alle ruimte om vragen te stellen.
Inzage in inspectierapporten van de GGD
De rijksoverheid stelt aan kindercentra kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk en klachten.
Het kindercentrum is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op die kwaliteit en schakelt voor het uitvoeren van de inspectie de GGD als toezichthouder in. In opdracht van de gemeente beoordeelt de GGD de kwaliteit van het kindercentrum. Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid regels in de Wet kinderopvang en in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, is een toetsingskader opgesteld. Hierin staan alle zaken waarover de toezichthouder informatie verzamelt én een oordeel geeft.
De bevindingen van het inspectiebezoek staan in dit inspectierapport. De GGD overlegt eerst met de houder van het kindercentrum over de inhoud van het conceptrapport. De GGD vermeldt de zienswijze van de houder in het rapport. De rapportages van de uitgevoerde inspecties zijn openbaar. U kunt de inspectierapporten met betrekking tot Kindercentrum ’t Kasteeltje lezen op www.landelijkregisterkinderopvang.nl of bij de locaties op deze website.
Informatie over actuele zaken per locatie
Natuurlijk zijn er lopende het jaar tal van zaken waarover u graag geïnformeerd wilt worden. Informatie over thema’s waarmee de kinderen op de bso werken, nieuwe leidsters, veranderingen in de groep of leuke activiteiten waaraan de kinderen kunnen deelnemen. Op alle locaties is op een vaste plaats een prikbord waarop u deze informatie kunt lezen. Bij het brengen en / of halen van uw kind kunt u hier dus op de hoogte blijven. Belangrijke informatie ontvangt u per email. Er is geen vaste nieuwsbrief op gezette tijden. Op de website vindt u een kopje Actueel. Hier publiceren wij informatie die voor iedereen leuk en / of interessant kan zijn.
Informatie over uw kind
Afhankelijk van de grootte van uw locatie werken er meerdere groepsleidsters met uw kind op een (mid-)dag. Uw kind kan verschillende activiteiten kiezen en zelf een keuze maken aan welke leidster hij / zij iets vertelt. Bij het halen en / of brengen van uw kind kunt u informatie vragen over uw kind aan de groepsleidster die u treft. Het kan dan zijn dat deze u doorverwijst naar een andere leidster of eerst even gaat informeren hoe de dag verder verlopen is. U kunt iedere dag tijdens het halen / brengen vragen naar informatie over uw kind. Mocht u meer informatie willen kunt u daarvoor ook een afspraak maken met iemand van de groepsleiding.
Doorgaande ontwikkellijn & extra ondersteuning.
Wij willen dat een kind zich prettig voelt en zich optimaal kan ontwikkelen. Goede communicatie tussen leidsters en ouders is daarbij een belangrijke basis. Soms ontdekken we bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of signaleren we problemen. Deze zorgen of dingen die ons opvallen worden altijd met u besproken, hetzij in een breng- of haal-moment of we maken een afspraak voor een wat uitgebreider gesprek met u op een ander tijdstip. Natuurlijk kan het ook zijn dat ouders vragen hebben of iets opvalt in de ontwikkeling van het kind. Ook dan is er altijd de mogelijkheid om daar samen over te praten. We kunnen hierin een beroep doen op onze eigen kwaliteitsmedewerker die meekijkt naar de ontwikkeling van uw kind. Samen met de ouders kunnen we hulp vragen bij externe zorgaanbieders zoals het Zorg en Advies Team, fysiotherapie of logopedie. Van de meest voorkomende samenwerkingen geven we hieronder een korte beschrijving. Natuurlijk vraagt iedere situatie om een eigen aanpak en invulling; goed om te weten dat we dat altijd samen met ouder en leidster kunnen doen, en dat onze kwaliteitsmedewerker op de hoogte is van zorgaanbieders is de omgeving.
Kinderen op de BSO gaan ook naar een basisschool. Als er zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind is dat vaak de eerste plek waar passende hulp georganiseerd wordt. Soms kunnen er problemen in de ontwikkeling van een kind zijn die juist in een BSO-situatie aan het licht komen, en op school minder spelen. Natuurlijk kunnen er ook handelingsplannen op school gestart zijn die hun verlengde kunnen vinden in een eenduidige aanpak op de BSO. In alle gevallen zullen we eerst in overleg treden met de ouders als ons iets opvalt in de ontwikkeling van een kind. Samen met de ouder kunnen we beslissen de school en het Zorg en Advies Team te betrekken. Met het vormen van een zorgteam wordt er ook gestreefd naar een betere samenwerking tussen de ouders, school en kinderopvang. Kindercentrum ’t Kasteeltje heeft een samenwerking met de teams in Vught en Sint-Michielsgestel.
Doel van het zorgteam
In een zorgteam en adviesteam (ZAT) werken scholen en zorgverleners samen. Een ZAT is bedoeld om problemen op tijd aan bij kinderen en jongeren aan te pakken. Een ZAT is er voor alle kinderen die hulp of zorg nodig hebben. Ziet een pedagogisch medewerker dat een kind hulp nodig heeft? Dan kan die overleggen met de ouders of het inschakelen van school en een ZAT een goede weg is om die hulp te organiseren.
Werkwijze van het zorgteam
Vaak werken de volgende instellingen samen in een ZAT:
- de school
- maatschappelijk werk
- een wijkteam van de gemeente
- jeugdgezondheidszorg
Het ZAT bespreekt het gedrag en de problemen van een kind. Ze maken samen een plan om de problemen aan te pakken. Daarna start de hulpverlening.
In de praktijk
In de praktijk van ’t Kasteeltje betekent dit dat de leidsters met de ouders de zorgen van hun kind zullen bespreken. Ook zullen de leidsters bij de kwaliteitsmedewerker aangeven wanneer ze zich zorgen maken. De kwaliteitsmedewerker zal samen met de leidsters kijken wat de leidsters op de groep nog meer / anders kunnen aanbieden aan het kind zodat het gestimuleerd wordt om zich te ontwikkelen. Mocht dit nog te weinig vooruitgang bieden dan wordt er aan ouders toestemming gevraagd om de zorgen ook bij het ZAT neer te leggen. Deze informatie uitwisseling gebeurt dan in eerste instantie via de kwaliteitsmedewerker. Zodra er verdere acties uit voortkomen (na afstemming met de ouders) zal dit weer via de vaste leidsters op de groep gaan. Ouders worden door de leidsters altijd op de hoogte gehouden over de voortgang, adviezen of andere relevante informatie over hun kind. Bij deze vorm van samenwerking met het ZAT is altijd toestemming van de ouders nodig.
In de praktijk zal het ook voorkomen dat we als leidsters en kwaliteitsmedewerker ontoereikende kennis hebben om een kind in een bepaalde situatie verder kunnen stimuleren in zijn / haar ontwikkeling. Dit zal ook met ouders gecommuniceerd worden. In dit geval kunnen we de casus anoniem (zonder persoonsgegevens) inbrengen bij het zorgteam. Dit is dan voor advies hoe als leidsters om te gaan met een dergelijke situatie. Het zorgteam kan dan hierin ook alleen maar adviserend zijn. Voor deze informatie inwinning is geen toestemming nodig van ouders.
Mocht u nog vragen hebben over deze samenwerking, kunt u zich richten tot onze kwaliteitsmedewerker:
Marlies Welvaarts
073-6841160 (di-wo-do)
marlies@t-kasteeltje.nl
Kindercentrum ’t Kasteeltje is een samenwerking aangegaan met vaste Fysiotherapeuten en Logopedisten. De contacten die we nu hebben lopen is met de praktijk Kinderfysiotherapie/kinderlogopedie Vught. De vraag voor samenwerking is van twee kanten gekomen, enerzijds vanuit kindercentrum ’t Kasteeltje en anderzijds vanuit Kinderfysiotherapie/logopedie Vught.
Vanuit ’t Kasteeltje is de vraag tot meer samenwerking gekomen omdat we merken dat we op deze gebieden kennistekort hadden. We signaleren wel vaak motorische of spraaktaal achterstanden / opvallend heden maar hebben niet de kennis in huis om dit goed te stimuleren. Hiervoor willen we de expertise van deze disciplines gebruiken, zij komen dan op onze vraag om ons tips en adviezen te geven met betrekking tot dat kind. Hierbij kan dan eventuele vroegsignalering zijn door de fysiotherapie / logopedie wat kan leiden tot een doorverwijzing.
We willen dus graag laagdrempelig gebruik kunnen maken van hun expertise. Op het moment dat leidsters vragen hebben over een kind met motorische opvallend heden en of spraak / taal opvallend heden worden deze besproken met Marlies (kwaliteitsmedewerkster). Op het moment dat alle ideeën / aanpakken / stimulaties zijn geprobeerd, die binnen onze kennis en kunde liggen, geen tot weinig effect hebben, raadplegen we de fysiotherapeute / logopediste. Afhankelijk van de vraag kunnen deze disciplines beslissen om mondeling / telefonisch advies te komen geven, of naar de locatie te komen om het kind te zien en na observatie een passend advies aan de leidsters te geven. De fysiotherapeute / logopediste komt dan echt voor ondersteuning van de leidsters, hiervoor is geen toestemming van de ouders nodig.
In deze beschreven situatie worden ouders vanaf het begin betrokken, ouders worden op de hoogte gehouden van de observaties maar ook van de manieren die zijn geprobeerd, ook wanneer de leidsters de expertise inroepen van Marlies en van de fysiotherapeute / logopediste. Mocht de fysiotherapeute / logopediste doorverwijzing nodig achten dan zullen wij de ouders dit mededelen met de motivatie van, en hoe in contact te komen met de fysiotherapeute en logopediste. Het blijft dan natuurlijk de keus van ouders wat zij met deze informatie doen.
Om een goede samenwerking te kunnen bewerkstelligen is het prettig als ouders aangeven wanneer hun kind bij de fysiotherapie / logopedie bekend is. Maar fysiotherapie / logopedie overlegt ook met ouders of zij de betreffende locatie mogen bellen dat het kind bij hen bekend is. Dit kan de samenwerking en daardoor ook de ontwikkeling van het kind alleen maar ten goede komen.
Mocht u nog vragen hebben over deze samenwerking, kunt u zich richten tot onze kwaliteitsmedewerker:
Marlies Welvaarts
073-5512843 [3] (di-wo-do)
marlies@t-kasteeltje.nl
Kindercentrum ’t Kasteeltje is een samenwerking aangegaan met de Ondersteuningseenheid Zuid van Samenwerkingsverband Primair Onderwijs (SWV PO) de Meierij. Deze zorgt dat ieder kind onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. Soms is dat op een speciale school, maar steeds vaker kunnen kinderen in het regulier onderwijs blijven, al dan niet met ondersteuning op maat.
PO De Meierij is een samenwerkingsverband van het onderwijs in de gemeenten Den Bosch, Vught, Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel, Meierijstad (Schijndel), Zaltbommel en Maasdriel. Daarbij zijn ongeveer 28.000 leerlingen betrokken op 111 basisscholen, 5 speciale basisscholen en 7 scholen voor speciaal onderwijs.
Doel van samenwerking met SWV PO de Meierij
Soms heeft een kind ondersteuning nodig die de kinderopvang niet kan bieden. Wanneer meer ondersteuning nodig is, wordt het samenwerkingsverband betrokken. Dit kan al bij beginnende zorgen of voor consultatie en advies. Dit wordt besproken met u als ouder. Er vindt overleg plaats tussen de ouder, pedagogisch medewerker en kwaliteitsmedewerker. Hierin overlegt de kwaliteitsmedewerker met u (en jeugdhulp als dat van toepassing is) over de gewenste ondersteuning voor uw kind, u als ouder en/of de pedagogisch medewerker.
In de praktijk
In de afgelopen jaren is het een aantal keer aan de orde geweest, dat een van de groepsleidsters van kindercentrum ’t Kasteeltje zich zorgen maakt over een kind en de ervaring van een deskundige wil gebruiken. De samenwerking met de Ondersteuningseenheid Zuid biedt deze mogelijkheden, waar wij graag gebruik van willen maken. Het is zo dat ouders er altijd over geïnformeerd worden op het moment dat wij van de diensten van de ondersteuningseenheid gebruik willen maken. Er kan ook een gezamenlijke vraag vanuit ouders en kinderopvang zijn. Het is ook mogelijk om vanuit de kinderopvang ondersteuning aan te vragen voor de groepsleiding
In de praktijk van ’t Kasteeltje betekent dit dat de leidsters met de ouders de zorgen over hun kind zullen bespreken. Ook zullen de leidsters bij de kwaliteitsmedewerker aangeven wanneer ze zich zorgen maken. De kwaliteitsmedewerker zal samen met de leidsters kijken wat de leidsters op de groep nog meer / anders kunnen aanbieden aan het kind zodat het gestimuleerd wordt om zich te ontwikkelen. Mocht dit nog te weinig vooruitgang bieden dan wordt er aan ouders toestemming gevraagd om de zorgen ook bij de Ondersteuningseenheid Zuid van Samenwerkingsverband Primair Onderwijs (SWV PO) de Meierij neer te leggen. Deze informatie uitwisseling gebeurt dan in eerste instantie via de kwaliteitsmedewerker. Zodra er verdere acties ondernomen kunnen worden (na afstemming met de ouders) zal dit weer via de vaste leidsters op de groep gaan. Ouders worden door de leidsters altijd op de hoogte gehouden over de voortgang, adviezen of andere relevante informatie over hun kind. Bij deze vorm van samenwerking is altijd toestemming van de ouders nodig.
Mocht u nog vragen hebben over deze samenwerking, kunt u zich richten tot onze kwaliteitsmedewerker:
Marlies Welvaarts
073-6841160 (di-wo-do)
marlies@t-kasteeltje.nl
Kinderen ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en willen de wereld om zich heen ontdekken. Daarbij zien ze geen gevaar. Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze leren wat wel en niet mag en wat wel en niet gevaarlijk is. Leidsters oefenen veilig gedrag met de kinderen. Omdat het voor de leidsters onmogelijk is om elke minuut van de dag alle kinderen in de gaten te houden, is een veilige omgeving van groot belang. Hierbij is een spanningsveld tussen veiligheid en pedagogische aspecten. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en leermomenten. Om de veiligheid te waarborgen wordt gewerkt met een veiligheidsbeleid. Dit houdt in dat we steeds knelpunten en verbeterpunten inventariseren, maatregelen nemen en evalueren hoe het met de veiligheid op de verschillende locatie gesteld is. Op iedere locatie wordt gewerkt met een Risicomonitor en protocollen. In enkele protocollen zijn regels opgesteld.
Die regels zijn op 3 manieren geformuleerd:
- Regels voor leidsters.
- Regels voor kinderen.
- Regels voor ouders.
Samen zorgen deze regels ervoor dat we onveilige situaties zoveel als mogelijk inperken en waar mogelijk uitsluiten. In de regels voor de leidsters staat vaak vernoemd wat we de kinderen aan willen leren als veilig gedrag, daarnaast staan er veel zaken beschreven die (dagelijks) gecontroleerd dienen te worden. Natuurlijk is het ook van belang dat u als ouder op de hoogte bent van een aantal afspraken die de veiligheid van uw en andere kinderen verhoogt.
Daarom staat hieronder een overzicht van de regels waarbij we u om uw medewerking vragen:
REGELS VEILIGHEIDSRISICO’S KINDERCENTRUM ’T KASTEELTJE VOOR OUDERS
1. Binnenkomen en weggaan
- U bent vanaf 7.30 uur welkom, voor die tijd zijn leidsters vaak bezig om nog even spullen klaar te zetten.
- Vanaf 7.30 uur nemen wij de verantwoordelijkheid voor uw kind over.
- Indien u uw kind met de auto komt brengen / halen, ben dan extra alert op kinderen die op de parkeerplaats lopen.
- Probeer uw auto dusdanig te parkeren dat de verkeerssituatie overzichtelijk blijft.
- Laat uw kinderen niet alleen naar binnen lopen / naar de auto lopen
- U bent verantwoordelijk voor uw kind totdat de overdracht in de groep is gedaan
- U bent zelf verantwoordelijk voor uw kind als u voor of na de opvangtijd met uw kind in de het kindercentrum bent
- Ben met het openen van deuren op het kindercentrum altijd voorzichtig; let op dat er geen kind achter de deur zit
- U dient deuren / poorten na gebruik altijd te sluiten
- Laat jonge kinderen niet de buiten deuren openen door gebruik te maken van opstapjes / klimmen op stoelen; zo leert u ze hoe ze het pand zelfstandig zonder toezicht kunnen verlaten
- Plaats eventuele kinderwagens / maxicosi’s op de aangewezen plaats zodat geen gevaar of hinder ontstaat
- Huisdieren mogen niet mee naar binnen in het kindercentrum, eveneens mogen zij niet aangelijnd direct naast de toegang blijven wachten.
- Hang de jassen en tassen op de daarvoor aangewezen plaats
- In de tassen / jassen van uw kind mogen geen medicijnen / gevaarlijke voorwerpen zitten. Deze levert u altijd in bij de groepsleiding.
- Voorkeur heeft dat u uw oudste kind eerst weg brengt, hierna pas uw baby, dit in verband met de (on)rust op de babygroep
- Bij het ophalen vragen wij u eerst uw baby, daarna het oudste kind op te halen
- U dient uw kind altijd af te melden bij de leiding
- Let bij het naar buitengaan op of er geen andere kinderen alleen mee naar buiten lopen
- Indien u uw kind niet om 18.00 uur kunt ophalen en er komt een andere persoon die niet bekend is bij de opvang uw kind ophalen, moet u dit melden dit kunt u ook opgeven d.m.v. het formulier “Toestemming ophalen kinderen”
2. Eten, drinken, speelgoed
- Indien uw kind speciale voeding heeft, dient u dit zelf mee te geven naar het Kindercentrum.
- In geval van een (voedsel-)allergie dient u het formulier “Allergische Reacties” in te vullen en af te geven bij de groepsleiding
- Als er bijzonderheden te melden zijn voor de dag waarop uw kind het Kindercentrum bezoekt, dient u dit even te melden bij de groepsleiding. Dit kan persoonlijk bij het brengen, per telefoon naar de specifieke locatie, naar het algemene nummer van de administratie. Er wordt dan gezorgd dat de groepsleiding op de hoogte is.
- Voor meegebracht speelgoed dragen wij geen verantwoordelijkheid.
3. Bereikbaarheid
- Zorg dat de groep altijd een telefoonnummer heeft waar u die dag te bereiken bent
- U bent zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen in telefoonnummers etc.
- Zorg dat in uw (mobiele) telefoon het juiste nummer van het Kindercentrum staat. U vindt een overzicht op www.t-kasteeltje.nl bij [contact]
4. Aanmelden / afmelden voor de (mid-)dag
- Als uw kind niet naar de opvang komt moet u dat doorgeven op onze administratie (bso@t-kasteeltje.com)
- Als u uw kind een (mid-)dag extra wilt laten komen kunt u dat aanvragen bij de administratie. Laat dit eventueel ook aan de leerkracht van uw kind weten.
- Als u uw kind op school ziek meldt, dient u dat ook door te geven aan de administratie
- Als u uw kind op school ophaalt / op laat halen, dient u dat ook door te geven aan de administratie
- U kunt op de scholen doorgeven op welke dagen uw kind naar de bso gaat, de leerkracht van uw kind kan er dan mede voor zorgen dat uw kind naar de verzamelplaats gaat.
5. Buitenspelen in de zon
- Op het kindercentrum is bij zonnig weer altijd een zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor aanwezig waarmee de groepsleiding de kinderen in smeert. Indien u liever een eigen crème gebruikt dient u deze zelf mee te geven.
- Geef bij zonnig weer eventueel beschermende kleding mee (petje, hoedje, extra t-shirt)
- Bij zonnig weer dient u uw kind thuis alvast in te smeren.
6. Buitenspelen bij minder mooi weer
- Minder mooi weer (warmer / zonniger / kouder of natter) is geen belemmering om toch naar buiten te gaan; wij vragen u de kinderen passend bij het weerbeeld te kleden, wij zorgen indien nodig voor schaduwplekken, en realiseer u dat een beetje nat worden of het fris hebben ook een ervaring is voor de kinderen
7. Formulieren die voor u van toepassing kunnen zijn
Voor verschillende voorkomende situaties zijn formulieren ontworpen. Deze kunt u bij de groepsleiding krijgen of zelf downloaden via onze website; www.t-kasteeltje.nl. [formulieren]. U dient er zelf voor te zorgen dat deze informatie actueel bij de groepsleiding bekend is.
- Toestemming Gebruik Geneesmiddel (Indien uw kind medicijnen gebruikt)
- Actieplan bij Allergisch Reacties
- Toestemming Ophalen Kinderen
- Toestemming Zelfstandig van / naar de bso gaan
- Afspraken Deelname Externe verenigingen / Sportclubs.
TER INFO: WERKWIJZE ENKELE VEILIGHEIDSRISICO’S KINDERCENTRUM ’T KASTEELTJE OP DE GROEP
1. Halen en brengen
Ophalen
- Alle vaste begeleiding krijgt per dag een lijst mee waarop staat welke kinderen opgehaald moeten worden.
- Alle wisselingen die doorgegeven zijn, zijn aangepast op de lijst.
- Indien er kinderen missen op school die wel op de lijst staan, volgen wij het protocol Vermist Kind BSO. Bij de leerkracht wordt nagevraagd of dit kind wel op school was en of zij gezien hebben dat het kind met de ouder of iemand anders is weg gegaan. Is het kind wel op school geweest en is het kind op het moment van ophalen niet op school en de leerkracht heeft niet gezien met wie het kind is meegegaan, wordt gecontroleerd of het kind wellicht ongezien toch op de locatie aangekomen is.
- Afwezigheid van een kind wat niet mee gekomen is wordt door de chauffeur gemeld bij de groepsleiding van de betreffende groep.
- De groepsleiding zal daarna direct contact met u opnemen om te controleren of het kind met een bij u bekende reden niet op school was.
Binnenkomst bso
- Bij binnenkomst worden alle kinderen genoteerd op een aanwezigheidslijst, zodat we altijd weten wie er in het gebouw is.
- Bij afwezige kinderen zonder afmelding, worden ouders gebeld of het inderdaad klopt dat de kinderen niet zijn afgemeld.
- Indien u uw kind zelf naar de bso-locatie brengt vragen wij u zich even te melden bij de groepsleiding zodat dit genoteerd kan worden op de aanwezigheidslijst.
2. Gebruik van gangen, toilet en garderobe
- Gangen zijn bedoeld om door te lopen en niet om in te spelen.
- Lange gangen nodigen uit om te rennen, hier wordt consequent op gereageerd dat dit niet mag.
- Er heeft altijd een leidster de taak om het toezicht te houden op de bijruimtes zoals toiletten en garderobe.
- In principe wordt in deze ruimtes niet gespeeld, tenzij de gang is aangemerkt als speelruimte.
3. Leefruimte
Deuren / ramen beleid
- De deuren binnen het gebouw staan open tijdens de bso tijd.
- Wij leren de kinderen dat ze niet met deuren mogen spelen.
- Ook mogen ze niet op de hal of bij de voordeur spelen, kinderen worden erop gewezen dat ze niet door de voordeur naar buiten mogen zonder ouders / begeleiders.
- Kinderen mogen nooit zelf ramen open of dicht doen.
Vloeren
- Er wordt bij de bso veel gespeeld op de vloeren. Er worden met de groepsleiding goede afspraken gemaakt over plaatsen die vrijgehouden moeten worden om te lopen en waar gespeeld mag worden.
- Na het spelen moeten de kinderen het gebruikte materiaal weer opruimen op de daarvoor aangewezen plaats.
- In principe liggen alle materialen na gebruik opgeruimd in kasten en / of planken en is de vloer vrij.
Eten / drinken
- Er wordt gelet op het gevaar van hete thee op een aanrecht of op de tafel.
- Kinderen en leiding zijn alert op het lopen met drinken en ook eten gebeurt bij voorkeur zittend aan tafel of zittend in een kring op de grond.
- Bij het uitdelen van fruit en / of snoepjes is de leiding extra alert. Kinderen worden gewezen op het gevaar van verstikking bij spelen met iets in je mond. Ze mogen dan ook geen loopspelletjes doen of op het springkussen met een snoepje of stukje fruit.
Springkussen
- Het springkussen is bedoeld om op te spelen. Duwen en trekken aan elkaar vinden wij geen spel waar respectvol met elkaar omgaan wordt, en mag daarom ook niet. Na een duidelijke waarschuwing met uitleg worden kinderen van het springkussen gehaald als ze hinderlijk voor anderen blijven spelen.
- Na een 2de keer van het springkussen halen mogen die kinderen de rest van de dag niet meer op het springkussen.
- Verder moeten de kinderen schoenen uittrekken, mag er niet gegeten / gedronken worden op het springkussen en bepalen de groepsleidsters hoeveel kinderen er tegelijkertijd op het springkussen kunnen.
- Soms bepalen zij tijden waarop het springkussen alleen voor oudsten of jongeren is.
4. Keuken
- Indien er een keuken aanwezig is op de bso kan met de kinderen wat gekookt of gebakken worden in de keuken, dit altijd met een klein groepje en onder begeleiding van de groepsleiding.
- De kinderen wordt het gevaar van kookplaten, oven, en waterkokers geleerd als de leeftijd van de kinderen dit toestaat.
- Het gebruik van andere (elektrische-) keukenapparatuur gebeurt alleen onder toeziend oog van de begeleiding en mits de begeleiding inschat dat het kind dit op een veilige manier kan gezien leeftijd en ontwikkeling.
- Wij zien er op toe dat er geen losse kabels en snoeren hangen en elektrische apparaten zijn zo opgesteld dat kinderen er niet per ongeluk aan kunnen trekken.
- Schoonmaakmiddelen worden zodanig opgeborgen dat de kinderen daar niet bij kunnen.
5. Buitenruimte
- De omheining van het terrein wordt met regelmaat gecontroleerd en bij gebreken wordt dit zo spoedig mogelijk gerepareerd.
- Speeltoestellen die onder onze verantwoordelijkheid vallen worden jaarlijks aan een inspectie onderworpen.
- Eventuele gebreken die door het jaar heen geconstateerd worden en een gevaar op kunnen leveren voor de kinderen worden zo spoedig mogelijk hersteld. Indien nodig worden de toestellen tijdelijk buiten gebruik gesteld door de groepsleiding.
- Kinderen spelen buiten altijd onder begeleiding van groepsleiding, tenzij hierover met (oudere) kinderen bijzondere afspraken gemaakt zijn.
- Bij de eventueel aanwezige speeltoestellen wordt kinderen ook geleerd dat zij rekening moeten houden met elkaar als ze met meerdere kinderen een toestel gebruiken.
- Kinderen zijn heel creatief in het bedenken van nieuwe varianten om het speeltoestel te gebruiken, omdat het leeftijd verschil tussen kinderen groot is, kan een kind het wel en voor de ander is het gevaarlijk. Wij passen de begeleiding ook aan op mogelijkheden van de kinderen. Willen kleine kinderen wat proberen op de klimtoestellen waarvan de moeilijkheidsgraad misschien wat te hoog is gaan wij erbij staan en proberen we het samen. Kinderen hebben vaak van nature wel een gevoel van wat ze wel of niet kunnen, wij blijven ze helpen totdat kinderen het zelfstandig kunnen.
- Indien er spelmateriaal buiten gebruikt wordt wat eventueel gevaar op kan leveren voor andere spelende kinderen, denk hierbij aan balspelen of gebruik van fietsjes / skelters, wordt daarvoor een gebied aangewezen waarbinnen gespeeld mag worden met die materialen. Ook worden bijbehorende afspraken met de kinderen besproken. Denk hierbij aan het halen van de bal als deze over de terreinafbakening gaat, niet botsen met rijdend materiaal, rekening houden met elkaar tijdens het spel
Kinderen komen in aanraking met ziekteverwekkers waar tegen zij nog geen weerstand hebben opgebouwd. Het doormaken van een aantal veel voorkomende infectieziekten hoort bij de normale ontwikkeling van een kind. Tijdens het verblijf op de buitenschoolse opvang komen zij via andere kinderen en / of de groepsleiding vaker in contact met allerlei ziekteverwekkers. Om de gezondheid te waarborgen wordt gewerkt met een gezondheidsbeleid. Dit houdt in dat we steeds knelpunten en verbeterpunten inventariseren, maatregelen nemen en evalueren hoe het met de gezondheidsrisico’s op de verschillende locatie gesteld is. Op iedere locatie wordt gewerkt met een Risicomonitor en protocollen. In enkele protocollen zijn regels opgesteld.
Die regels zijn op 3 manieren geformuleerd:
- Regels voor leidsters.
- Regels voor kinderen.
- Regels voor ouders.
Samen zorgen deze regels ervoor dat we gezondheidsrisico's zoveel als mogelijk inperken en waar mogelijk uitsluiten. In de regels voor de leidsters staat vaak vernoemd wat we de kinderen aan willen leren, daarnaast staan er veel zaken beschreven die (dagelijks) gecontroleerd dienen te worden. Natuurlijk is het ook van belang dat u als ouder op de hoogte bent van een aantal afspraken die de gezondheidsrisico's van uw en andere kinderen verlagen.
Daarom staat hieronder een overzicht van de regels waarbij we u om uw medewerking vragen:
REGELS GEZONDHEIDSRISICO’S KINDERCENTRUM ’T KASTEELTJE VOOR OUDERS
1. Gebruik medicijnen en allergieën
- Pedagogisch medewerkers mogen alleen medicijnen verstrekken aan een kind indien daarvoor een formulier “Overeenkomst gebruik geneesmiddelen” categorie 2 (op recept) of categorie 3 (zelfzorgmiddelen) door de ouders is ingevuld.
- Ouders verstrekken altijd zelf de medicijnen per dag of periode in de originele verpakking met bijsluiter
- Ouders controleren de houdbaarheidsdatum van de medicijnen
- Onder medicijnen verstaan wij zowel op recept verkregen medicijnen als alle zelfzorgmiddelen waar een bijsluiter bij zit. (Zie de uitgebreide beschrijving in het beleidsplan onder punt Medicijnen en medisch handelen)
- Medicijnen worden altijd op een daarvoor aangewezen plaats, buiten het bereik van kinderen, door de leiding bewaard.
- Als uw kind een ziekte heeft, moet u dit altijd melden bij de groepsleiding.
- Allergieën / voedselallergie en diëten moet u altijd melden bij de groepsleiding.
- Ook hiervoor is een formulier te verkrijgen via de groepsleiding en/of via de website www.t-kasteeltje.nl
2. Voeding
- Indien een kind speciale voeding / dieet heeft, dienen ouders dit zelf mee te geven naar het Kindercentrum.
- In geval van een voedselallergie dienen ouders het formulier “Allergische Reacties” in te vullen en af te geven bij de groepsleiding.
3. Buitenruimte
- Kinderen die overgevoelig zijn voor stuifmeel allergie, worden binnen gehouden in een actieve stuifmeel periode als ze er last van hebben. Deuren en ramen worden dan dicht gehouden. U moet wel zelf aangeven dat uw kind hiervoor gevoelig is.
- Op het Kindercentrum is bij zonnig weer altijd een zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor aanwezig waarmee de groepsleiding de kinderen in smeert. Indien u liever een eigen crème gebruikt dient u deze zelf mee te geven.
- Wij vragen de ouders bij mooi weer om hun kind thuis alvast in te smeren zodat ze meteen naar buiten kunnen.
- Kinderen met gevoelige huid moeten bij zonnig weer kleding aan houden (minimaal een T-shirt over de zwemkleding) en een pet op als u die meegeeft. U moet wel zelf aangeven dat uw kind extra gevoelig is voor de zon.
- Indien we naar de bossen gaan met kinderen moeten zij (beschermende) kleding aan hebben (dichte schoenen, broek / rok en T-shirt.)
- Wij informeren u als we naar het bos zijn geweest (Kijk op het mededelingenbord). Wij vragen u uw kind te controleren op teken.
- Indien uw kind een allergische reactie krijgt van insectenbeten / wespen steken dient u dit kenbaar te maken via het formulier “Allergische reacties”
4. Overigen
- Er mogen geen (huis-)dieren binnen het Kindercentrum zijn. Uitzondering hierop zijn schilpadden en vissen. U mag uw huisdier dus niet meenemen in het Kindercentrum.
Invulling van een ochtend bij de Voorschoolse Opvang
De kinderen zijn vanaf 07.30u welkom op de Voorschoolse Opvang. Sommige kinderen hebben thuis al gegeten, anderen eten hier eerst hun ontbijt. Daarna kunnen de kinderen gaan spelen, een spelletje uit de kast doen of tekenen en kleuren. In principe blijven de computers en tv uit tijdens de Voorschoolse Opvang. Als het tijd is om naar school te gaan, worden de spullen opgeruimd en gaan we de jassen en tassen pakken. Afhankelijk van de locatie waar uw kind zit en de school waar hij / zij naar school gaat is daar eerst vervoer voor nodig.
Invulling van een middag na school
Als de kinderen op de bso komen gaan ze eerst melden bij de groepsleiding dat ze gearriveerd zijn. Ze worden op een aanwezigheidslijst genoteerd. De BSO-middag wordt na binnenkomst en aanmelden altijd gestart vanuit de basisgroep. Als alle kinderen op de BSO zijn, gaan ze naar hun eigen basisgroep; dit is een vaste groep kinderen met een vaste leidster, op een vaste plaats binnen de BSO-ruimte. De kinderen krijgen in die groep fruit, een koekje, een snoepje of krijgen daar nog wat te drinken (afhankelijk van locatie en wat ze in welke volgorde krijgen) en kunnen even hun verhaal kwijt als ze dat willen. Ook zorgt de vaste leidster dat ze alle kinderen even gezien heeft en indien nodig een gesprekje met ze houdt. Ook wordt vaak even besproken welke activiteit er die dag is, is er speciale aandacht voor een jarige of andere bijzonderheden van die dag. Dit groepsmoment duurt ongeveer 15 minuten, daarna gaan we lekker spelen of meedoen aan een activiteit.
Spelen op de bso is spelen in je vrije tijd. Dit betekent dat er op de bso geen regels zijn over wat kinderen moeten doen. Er is altijd ruimte voor kinderen om naast de (be-)geleide activiteiten eigen initiatieven te ontplooien. Afhankelijk van het aantal kinderen en aanwezige begeleiding op de dag kunnen de kinderen kiezen uit vrijspelen, een geleide (knutsel-)activiteit, even lekker spelen op het springkussen, buitenspelen, een spelletje uit de kast spelen, een boekje lezen op de bank, op het podium dansen of toneelspelen, televisie kijken of een spel op de computer spelen. Als we een film gaan kijken, zijn dat films die passen bij de leeftijd van de kinderen en blijft er altijd de mogelijkheid om iets anders te doen. Meestal kiezen we pas voor een filmpje op dagen dat we niet naar buiten kunnen of als we zien dat de kinderen er aan toe zijn om even rustig te zitten. Ook het computergebruik wordt beperkt door deze niet altijd aan te hebben staan. Vaak mogen de kinderen pas vanaf een bepaalde tijd gebruik maken van de computer (bijvoorbeeld vanaf half vijf). Ook zijn er afspraken na hoeveel tijd de kinderen moeten wisselen bij de computer. Op die manier proberen wij te stimuleren dat een kind op een middag verschillende activiteiten onderneemt.
Over het algemeen gaan de kinderen meteen aan de slag met wat ze willen. Soms zien we dat een kind niet gaat spelen of niet goed weet wat het moet gaan doen. We nodigen het kind dan uit om mee te doen of vragen waar hij / zij zin in heeft. Soms is dat gewoon even op de bank zitten, een boekje voorlezen of kletsen na een schooldag. Soms is dat even zorgen dat het kind aansluiting vindt bij een groepje andere kinderen. Even lekker uitrusten en niets doen mag natuurlijk ook!.
Invulling van een hele dag
Als kinderen een hele dag op de bso zijn (vakantie of schoolvrije dag) is er naast alle mogelijkheden die hierboven genoemd zijn ook sprake van een min of meer vaste dagindeling. Vanaf 07.30u zijn ze welkom. Er is dan ook de mogelijkheid voor een ontbijt. Daarna gaan ze spelen en rond 10.00u is het tijd om samen fruit te eten en iets te drinken. Als het weer het toe laat gaan we daarna vaak even samen naar buiten. Tot ongeveer 12.30u kan er gespeeld worden. Dan gaan we allemaal tegelijk eten. Ook na de lunch gaan we graag even allemaal naar buiten. Rond 15.00u is het tijd voor fruit en rond 16.30u gaan we weer met een snoepje langs.
Tijdens de schoolvakantie weken willen wij dat de kinderen ook een vakantie gevoel krijgen. Daarom zijn er op deze dagen ook altijd bijzondere activiteiten of soms uitstapjes. Veel knutselactiviteiten die meer tijd nodig hebben worden op deze dagen gedaan. Het team heeft altijd mogelijkheden en ideeën paraat, maar ook hier mogen kinderen ideeën zelf aanleveren en wij zorgen voor de mogelijkheden. Koekjes, taart of appelflappen bakken. Alles wat lekker is, is bij kinderen favoriet om dat op deze dagen zelf te maken. Daarbij kunnen we op deze dagen ook een activiteit buiten de deur ondernemen. We gaan dan met een groepje kinderen met ons eigen vervoer naar het bos of naar een sportveldje. Speurtocht lopen, hutten bouwen in het bos, gaan sporten of picknicken… het is dan allemaal mogelijk.
Ook worden soms uitstapjes gemaakt, samen met de kinderen wordt gekeken wat geschikt is voor de groep afhankelijk van de leeftijd en het soort groep. Bij uitstapjes wordt altijd gekeken naar de veiligheid en overzichtsmogelijkheden van een terrein. Er gaat altijd extra begeleiding mee en daarbij is er een leidster achter de hand die we kunnen bellen op het moment dat het nodig is. Favoriet bij de kinderen is; ’t Kwekkeltje (speeltuin met veel waterspelletjes), Kinderboerderij en naar de bossen.
Omdat wij afhankelijk zijn van het weer en van wat de kinderen graag willen, weten wij niet altijd van tevoren wat we die dag gaan doen. Bij iedere activiteit zijn wij altijd mobiel te bereiken. Op het dagverblijf weten ze altijd waar wij naar toe zijn en het tijdstip van terugkeer.
Wat brengt u mee?
- In principe helemaal niets...
- Voor het eten en drinken wordt gezorgd; dus geen boterhammen, drinken of tussendoortjes nodig.
- Tenzij dit natuurlijk ivm dieet / allergie nodig is, overleg dit even met de groepsleiding.
Wat je eventueel nog mee kunt geven zijn bijvoorbeeld afhankelijk van het weer die dagen: zwemkleding + handdoek, regenlaarzen en regenjas, zonnebrandcreme als uw kind snel allergisch reageert op andere merken.